Noteer de pv, ow, wg of ng. Doorloop het stappenplan. Voorbeeld:
(15) Na de marathon waren de meeste lopers bekaf.
Stap 1 pv = waren; ow = de meeste lopers
Stap 2 Vraag: Is er een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen?
Antwoord: ja, waren => Stap 3
Stap 3 Vraag: Is er een werkwoord met een duidelijke betekenis?
Antwoord: nee, dus ng => Stap 4
Stap 4 Vraag: Wat waren de meeste lopers?
Antwoord: bekaf => ng = waren bekaf.