Als het werkwoord 'zijn' of 'blijven' (of een vervoeging daarvan) betekent "zich bevinden", dan is het géén koppelwerkwoord.
Pierre is dokter > wél kww, onderwerp is iets
Pierre is in de tuin > géén kww, geeft plaats aan
Pierre blijft thuis > géén kww, geeft plaats aan
Pierre blijft de beste > wél kww, onderwerp is iets