Methodiek les 6

Is de eerste indruk altijd de goede?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
methodiek 2 pwMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Is de eerste indruk altijd de goede?

Slide 1 - Slide

Wat zag jij?
kerstman
Doodshoofd
Wat anders

Slide 2 - Poll

Welkom bij les 6 Methodiek 2

Slide 3 - Slide

Programma les 6
Terugblik op vorige week
Nabespreken huiswerk
Schriftelijk Rapporteren

Slide 4 - Slide

Waarom rapporteer je?

Slide 5 - Mind map

Huiswerk
Doe een observatie van minimaal 5 minuten. Dit mag op jouw  stage, maar kan ook bijv.  een gezinslid thuis zijn. 
Van deze observatie maak je een rapport. 
Voor details zie huiswerkopdracht in teams.
Zorg dat je de volgende les je rapport bij de hand hebt! 

Slide 6 - Slide

De lesdoelen
Na afloop van de les:
• Kent de student de verschillende vormen van rapporteren
• Kan de student verschillende vormen van rapporteren toepassen

Slide 7 - Slide

welke vormen van
rapportages ken je?

Slide 8 - Mind map

Vormen van rapportages
Overdracht
Dagboek 
Voortgangsverslag
Observatieverslag
Formulieren 
Dossier 

Slide 9 - Slide

Opdracht: Vormen van rapportages


Lees paragraaf 8.4 van je boek (blz 104-105)

Ik ga jullie hier straks een aantal vragen over stellen

Hiervoor krijgen jullie 3 minuten
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Je gebruikt deze rapportage om je collega te informeren die je overneemt
A
dagboek
B
observatieverslag
C
overdracht
D
dossier

Slide 11 - Quiz

Welke is een voorbeeld van een voortgangsverslag?
A
schoolrapport
B
een informatieboek van het kinderdagverblijf
C
intakeformulier
D
verslag van een observatie

Slide 12 - Quiz

In het dagboek kunnen de knutselwerkjes van het kind komen
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Een observatieverslag schrijf je bij wisseldiensten
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Een dossier is een verzameling van rapportages
A
GOED
B
FOUT

Slide 15 - Quiz

Deze rapportagevorm is voor -gestructureerd aan de hand van vragen, onderwerpen en beoordelingsschalen
A
dagboek
B
dossier
C
overdracht
D
formulier

Slide 16 - Quiz

Schriftelijke rapportage
Vooraf bedenken: inhoud en doel

Logische opbouw: Inleiding, kern, slot

Hou rekening met de doelgroep

Slide 17 - Slide

Helder en correct rapporteren
Een rapportage moet voldoen aan 6 voorwaarden:​

Duidelijk​
Overzichtelijk​
Leesbaar​
Objectief​
Nauwkeurig en volledig​
Bondig ​





Slide 18 - Slide

Opdracht

Schrijf de volgende rapportage opnieuw maar dan zo objectief mogelijk​ (je mag er dingen bij verzinnen):
Wouter zit in het lokaal en is snel afgeleid. Hij luistert niet naar de uitleg van de juf en kijkt liever naar wat er allemaal om hem heen gebeurt. Hij heeft ook al een paar keer de jongen naast hem gepest. De juf ziet het steeds niet. Wouter schrijft niet mee met de letters die de juf op het bord schrijft. Hij heeft er geen zin in en kan niet wachten tot het pauze is. Dan kan hij buiten lekker rennen en spelen. ​



timer
5:00

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Wouter zit in het lokaal. Tijdens de uitleg van de juf kijkt hij om zich heen. Hij heeft twee keer de pen afgepakt van de jongen die naast hem zit. De juf keek toen naar het bord. Hij schrijft niet mee met de letters die de juf op het bord schrijft. 

Slide 20 - Slide

De lesdoelen
Na afloop van de les:
• Kent de student de verschillende vormen van rapporteren
• Kan de student verschillende vormen van rapporteren toepassen

Slide 21 - Slide

Het huiswerk

Slide 22 - Slide

tot volgende week

Slide 23 - Slide