Maak een beschrijvende of een gestructureerde observatie.
- Bij een beschrijvende observatie maak je een observatie van maximaal 5 minuten. Zet erboven wie je gaat observeren, de situatie en de leeftijd van de persoon. Je noteert al het gedrag op een objectieve manier
- Bij een gestructureerde observatie doe je hetzelfde als hierboven. Je beschrijft de situaties waarin je gaat observeren ( bijvoorbeeld in de klas of in de groep tijdens het vrij spelen of buiten)
- Je maakt een observatieschema met observatiecategorieen en je vult dit in.