Methodiek les 6

Is de eerste indruk altijd de goede?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
methodiek 2 pwMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Is de eerste indruk altijd de goede?

Slide 1 - Slide

Wat zag jij?
Kerstman
Doodshoofd
Wat anders

Slide 2 - Poll

Welkom bij les 6 Methodiek 2

Slide 3 - Slide

Programma les 7
Nabespreken huiswerk
Terugblik op vorige week
Schriftelijk rapporteren

Slide 4 - Slide

Het huiswerk
Maak een beschrijvende of een gestructureerde observatie.
- Bij een beschrijvende observatie maak je een observatie van maximaal 5 minuten. Zet erboven wie je gaat observeren, de situatie en de leeftijd van de persoon. Je noteert al het gedrag op een objectieve manier

- Bij een gestructureerde observatie doe je hetzelfde als hierboven. Je beschrijft de situaties waarin je gaat observeren ( bijvoorbeeld in de klas of in de groep tijdens het vrij spelen of buiten)
- Je maakt een observatieschema met observatiecategorieen en je vult dit in.

Slide 5 - Slide

Observatie categorieën
Je wilt een kind observeren dat veel aandacht vraagt

Slide 6 - Slide

Lijst van gedragingen die aandacht vragen:
- aan de haren trekken van anderen 
- huilen
- lachen
- op schoot kruipen
- roepen
- schreeuwen
- duwen
- slaan
- vragen om een stuk speelgoed
- kusje geven
- aaien
- praten
- vragen stellen

Observatie categorieën:

1. vragen stellen
2. lachen
3. positief lichamelijk contact
4. roepen en schreeuwen
5. huilen 
6. negatief lichamelijk contact

Je kunt namelijk niet op alles focussen! 

Slide 7 - Slide

Extra uitleg: stap 4 observatie categorieën 

Slide 8 - Slide

De lesdoelen
Na afloop van de les:
• Kent de student de verschillende vormen van rapporteren
• Kan de student verschillende vormen van rapporteren toepassen

Slide 9 - Slide

Waarom rapporteer je?

Slide 10 - Mind map

Waarom rapporteer je?

  • Informeren
  • Evalueren
  • Adviseren
  • Verantwoorden
  • Signaleren

Slide 11 - Slide

Rapporteren moet altijd objectief zijn! 
Een raportage moet altijd objectief zijn 

Slide 12 - Slide

welke vormen van
rapportages ken je?

Slide 13 - Mind map

Opdracht: Vormen van rapportages
Overdracht
Dagboek 
Voortgangsverslag
Observatieverslag
Formulieren 
Dossier 

Slide 14 - Slide

Opdracht: Vormen van rapportages


Lees paragraaf 8.4 van je boek (blz 104-105)

Ik ga jullie hier straks een aantal vragen over stellen

Hiervoor krijgen jullie 3 minuten
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Je gebruikt deze rapportage om je collega te informeren die je overneemt
A
dagboek
B
observatieverslag
C
overdracht
D
dossier

Slide 16 - Quiz

Welke is een voorbeeld van een voortgangsverslag?
A
schoolrapport
B
een informatieboek van het kinderdagverblijf
C
intakeformulier
D
verslag van een observatie

Slide 17 - Quiz

In het dagboek kunnen de knutselwerkjes van het kind komen
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een observatieverslag schrijf je bij wisseldiensten
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Een dossier is een verzameling van rapportages
A
GOED
B
FOUT

Slide 20 - Quiz

Deze rapportagevorm is voor -gestructureerd aan de hand van vragen, onderwerpen en beoordelingsschalen
A
dagboek
B
dossier
C
overdracht
D
formulier

Slide 21 - Quiz

De lesdoelen
Na afloop van de les:
• Kent de student de verschillende vormen van rapporteren
• Kan de student verschillende vormen van rapporteren toepassen

Slide 22 - Slide

Volgende week
Schriftelijke rapporteren

De voorwaarden
De voor- en nadelen
Hoe maak je een goede schriftelijke rapportage?

Slide 23 - Slide

Het huiswerk
- Lees hoofdstuk 8.3.2 Schriftelijke rapportage + Aandachtspunten (blauwe kader op p. 104)

Schrijf 2 verslagen over casus Aline:

1. Schrijf een stukje voor in het schrift van de ouders van Aline over die dag.
2. Schrijf een stukje voor jouw collega, die morgen in de groep werkt over Aline.

Volgende week bespreken we het na

Slide 24 - Slide

Ik weet welke verschillende vormen van rapporteren er zijn
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

tot volgende week

Slide 26 - Slide