Hf 3 Paragraaf 2.2

Hf 3 Paragraaf 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hf 3 Paragraaf 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet waarom de nazi's een totalitaire staat was.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Totalitaire staat:
Een staat waarin het leven van een inwoner volledig word beheerst.
Kenmerken:
  • Het land werd een dictatuur.
  • Sprake van gelijkschakeling.
  • Nazi's gebruikte terreur.

Slide 6 - Slide

Dictatuur
Een manier van regeren waarbij één persoon of een kleine groep alle macht heeft.
Persoonsverheerlijking
Iemand als een god vereren.

Slide 7 - Slide

Gelijkschakeling
De regering probeerde de bevolking te controleren en aan te passen aan de ideeën van de Nazi's.

Slide 8 - Slide

Bij gelijkschakeling:
  • Is er censuur.
  •  Met propaganda de bevolking indoctrineren.
  • Twee jeugdorganisaties waar de kinderen deel aan moeten nemen. De Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel.
  • Als ouders kritiek hebben op de Nazi's dan moeten kinderen hun aangeven.
  • En sprake van Antisemitisme.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Gestapo
 De geheime politie staats politie. 

Slide 11 - Slide

De SA
Knokploegen met de taak om bevolking en politici te intimideren.

Slide 12 - Slide

De SS
Lijfwachten die belangrijke politici beschermen. 

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Wat: Opdracht 6 t/m 9 op Blz. 54
Hoe: in tweetallen
Tijd: 15 Minuten
Uitkomst: Je kent de kenmerken van de dictatuur in Duitsland.

Slide 14 - Slide