Module E1, week 5 groepskenmerken

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator)

Week 5 – Groepskenmerken
MODULE E1 (B1-K1-W5)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator)

Week 5 – Groepskenmerken
MODULE E1 (B1-K1-W5)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les 
  • Lesdoelen
  • Refresh your memory
  • Theorie 
-Groepskenmerken
- Groepsdoelen 
- Soorten groepen 
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 
  • Je kunt benoemen wat de kenmerken zijn van een goed functionerende groep.
  • Je kunt benoemen wat de rol van de zorgverlener is in het begeleiden van groepen.
  • Je kunt samenvatten wat belangrijke aandachtspunten zijn in het begeleiden van groepen.
  • Je kunt benoemen wat veelvoorkomende valkuilen zijn in het begeleiden van groepen door een zorgverlener.
  • Je kunt enkele voorbeelden noemen van werkvormen die geschikt zijn om met zorgvragers in groepen te werken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen formele en informele zorg?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Noem allemaal een voorbeeld van inzetten sociaal netwerk bij de zorgvrager

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een groep?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Werkvorm
Opdracht: observeer je medestudenten en bepaal bij welke "groep" jij hoort. 

Tijd: twee minuten!
timer
2:00

Slide 7 - Slide

De studenten krijgen de opdracht om in twee minuten elkaar zo snel mogelijk op te zoeken en een groep te vormen waar ze denken bij te horen. Dit kan op basis zijn  van cultuur, vooropleiding, haarkleur, gender etc. 
Groepen

Een groep ontstaat wanneer 
mensen iets gemeenschappelijk 
met elkaar hebben.

Wat zouden de werknemers van een 
PG afdeling in het verpleeghuis
gemeenschappelijk hebben?



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Functies van een groep
De belangrijkste functies van een groep zijn:
  • Veiligheid, acceptatie, bescherming en zekerheid bieden
  • Mogelijkheden tot contact- en relatievorming bieden
  • mogelijkheden bieden voor activiteiten voor ontspanning en ontwikkeling

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Goed functionerende groep
  • Er een duidelijke structuur is, waarbij iedereen zich prettig voelt;
  • iedereen op de hoogte is van de doelstellingen van de groep en erachter staat;
  • groepsleden het eens zijn met de formele en informele regels voor gedrag;
  • de persoonlijke wensen, verwachtingen en eigenschappen van de verschillende groepsleden bekend zijn en geaccepteerd worden;
  • de groepsleden tevreden zijn over de hoeveelheid inspraak die ze hebben in de dagelijkse gang van zaken;
  • de groepsleden zich kunnen vinden in de rol- en invloedsverdeling in de groep;
  • er een open communicatie is tussen de groepsleden;
  • er sprake is van een bepaald onderling vertrouwen, waardoor groepsleden open communiceren;
  • zorgverleners en zorgvragers goed op elkaar zijn afgestemd wat betreft homogeniteit.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tijdens het begeleiden van groepen is het belangrijk als verpleegkundige om.......

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Rol van verpleegkundige bij begeleiden van groepen zorgvragers
  • te zorgen voor een goede sfeer;
  • interactie te stimuleren;
  • betrokkenheid te stimuleren;
  • individuele aandacht te geven;
  • om te gaan met conformisme (omgaan met 'groepsregels')
  • om te kunnen gaan met conflicten.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Groepsdoel
  • Elke groep heeft een bepaald doel
  • Mensen streven naar een bepaalde situatie, iets waar diegene belang aan hecht. 
  • Zij zoeken een ander op dit doel te bereiken. 

In de zorg zijn vaak groepen ingericht op ondersteuningsdoelen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
In de maatschappelijke zorg worden groepen gevormd rondom ondersteuningsdoelen. De mate waarin een cliënt ondersteuning nodig heeft, bepaalt vaak in welke groep hij komt.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Groepsnormen
  • Onder groepsnormen verstaan we 
het gedrag van personen in de 
groep, zoals de groep 
deze zelf heeft vastgesteld

  • Deze normen zijn gebaseerd op 
wederzijdse verwachtingen.





Slide 15 - Slide

Groepsnormen kunnen ook vastgesteld worden doordat een groep onenigheid heeft gehad, denk bijvoorbeeld aan het nakomen van afspraken of het niet over elkaar roddelen.

Soms zijn normen zo vanzelfsprekend dat ze niet worden ervaren als een groepsregel.
Soorten groepen:
  • Primaire en
    secundaire groepen
  • Formele en informele groepen
  • Homogene en heterogene groepen



Op de volgende dia's lopen we ze één voor één even langs

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Primaire groep
  • Herken je door de persoonlijke band tussen mensen.
  • Deze groepen bestaan een lange tijd.
 
“primair” betekent “eerste”

Bijvoorbeeld: een groep zorgvragers die al jaren samenwonen in een kleinschalige woonvorm en lief en leed met elkaar delen. 
OF buiten de zorg; je gezin.

                                                                  


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Andere voorbeelden van primaire groepen

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Secundaire groep
Mensen in een secundaire groep gaan zakelijker met elkaar om. Ze hebben elkaar nodig om een taak te volbrengen


Bijvoorbeeld;
samenwerken bij een 
dagbestedingsactiviteit of werken op
een zorgboerderij. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Primaire groep
Secundaire groep 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Formele groepen
  •  Zijn opgericht met een vastgesteld doel. 
  • Daar hoort een aantal regels bij die vaak beschreven zijn in een reglement of een arbeidsovereenkomst.



voorbeeld van een formele groep zorgvragers is een cliëntenraad.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kan je nog meer voorbeelden bedenken van formele groepen?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Informele groepen
  • Groepen die zich spontaan gevormd hebben. 

  • Er hoeft bij een informele 
groep geen duidelijk doel te zijn.

  • Mensen kunnen contact met elkaar 
hebben wanneer en waar ze maar willen.

Slide 23 - Slide

voorbeeld: vriendengroepen 
Homogene groep
  • Het woord homo betekent ‘gelijk’. In een homogene groep hebben de deelnemers een gemeenschappelijk kenmerk. 
  • Bij homogene groepen lijken de zorgvragers in sommige opzichten op elkaar. Denk aan sekse, leeftijd en problematiek.
  •              

    Slide 24 - Slide

    This item has no instructions

    Voorbeelden homogene groepen

    - Ouderenzorg: de groep bestaat uit allemaal ouderen.

    - Afdeling longklachten: de groep bestaat uit zorgvragers met longklachten.

    - Groep vegetariërs op een afdeling: De cliënten eten allemaal vegetarisch.

    Slide 25 - Slide

    This item has no instructions

    Wanneer spreek je van een homogene groep?
    A
    Verschillende leeftijden
    B
    Zelfde beperking
    C
    Mannen en vrouwen op dezelfde afdeling
    D
    zelfde sekse

    Slide 26 - Quiz

    This item has no instructions

    Heterogene groep
    • Het woord hetero betekent ‘verschillend’. De deelnemers zijn verschillend. 
    • Een groep met mannen en vrouwen is een voorbeeld van een heterogene groep. 


    Slide 27 - Slide

    This item has no instructions

    Voorbeelden Hetrogene groepen

    Slide 28 - Mind map

    * De klas waar je in zit
    * Een korfbalteam; bij korfbal zijn de teams gemengd
    * Een groep van de naschoolse opvang; de kinderen hebben verschillende leeftijden.
    * zorgvragers op een interne afdeling met verschillende problematiek/ klachten.

    Iedere groep bestaat uit 5 dezelfde kenmerken, om welk kenmerk gaat onderstaande omschrijving:

    Je communiceert voortdurend met elkaar, zowel verbaal als non-verbaal. Groepsleden beïnvloeden elkaar voortdurend.
    A
    Groepsnormen
    B
    Groepsdoelen
    C
    Groepsinteractie
    D
    Machtstructuur

    Slide 29 - Quiz

    This item has no instructions

    Opdracht groepsrollen deel 1
    Ga naar: Thieme communicatie en begeleiden - Module 4 begeleiden van groepen- 1
    Groepen en groepsdynamica  - de individuele zorgvrager in de groep









    timer
    10:00
    Welke rol neem jij aan in de klas? 
    Schrijf deze op en ook waarom.

    Slide 30 - Slide

    This item has no instructions

    Opdracht groepsrollen deel 2
    Nabespreken 
    • Welke rollen namen de studenten in jullie groep aan? Beschrijf deze.
    • Nam je de rol die je voor jezelf had bedacht?
    • Mist er een rol die essentieel had kunnen zijn voor het resultaat?
    Uitvoering: 
    • verdeel de klas in 2 groepen.
    • Bouw in 5 minuten en zo groot mogelijke toren met alleen de materialen die je van de docent krijgt.  
    timer
    5:00
    Opdracht: Maak een zo groot mogelijk bouwwerk van de materialen die je van de docent krijgt, in 5 minuten.

    Slide 31 - Slide

     docent: 
    zorg voor een pak spaghetti + 2 zakken marshmallows/ spekjes

    Kijk eens naar jullie eigen groep. 

    Wat voor soort groep is het?
    Uit welke rollen bestaat de groep. 

    Aan de slag in Thieme
    Maak de verwerkingsopdrachten en stellingen in Thieme van: 
    • Communicatie en begeleiden – Module 4 Begeleiden van groepen: 2. Begeleiden van de zorgvrager in een groep

    Slide 32 - Slide

    This item has no instructions

    Schrijf 3 dingen op die je geleerd hebt deze les.

    Slide 33 - Open question

    This item has no instructions

    Literatuur 
    ThiemeMeulenhoff – Communicatie en begeleiden – Module 4 Begeleiden van groepen:

    1. Groepen en groepsdynamica
    2. Begeleiden van de zorgvrager in een groep

    Slide 34 - Slide

    This item has no instructions