aanwijzend voornaamwoord

Bonjour la classe!
qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- les devoirs de semaine 19. Questions?
- questions sur le teste des 25/26 mai
- le pronom démonstratif
- parler U6 du livre ( ex 17-21)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour la classe!
qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- les devoirs de semaine 19. Questions?
- questions sur le teste des 25/26 mai
- le pronom démonstratif
- parler U6 du livre ( ex 17-21)

Slide 1 - Slide

Noem een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands

Slide 2 - Mind map

En français
In het Frans gebruiken we vier aanwijzende voornaamwoorden: 

Mannelijk enkelvoud
ce       --->    ce bureau
Vrouwelijk enkelvoud
cette  --->    cette chaise
Mannelijk klinker / h
cet      --->    cet hôtel
Meervoud
ces      --->    ces maisons

Slide 3 - Slide

vrouwelijk
mannelijk
meervoud
mannelijk met klinker/ stomme h
cette
ces
cet
ce

Slide 4 - Drag question

Vul het juiste woord in:
J'achète ... robe bleue pour la fête.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 5 - Quiz

Welk woord past in de zin?
.... homme habite en Suède.
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 6 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Nous habitons .... petit village.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 7 - Quiz

Vul het aanwijzend voornaamwoord in:
Thomas a mangé ..... bonbons.

Slide 8 - Open question

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
.... belles filles sont dans ma classe

Slide 9 - Open question

Na deze les over het aanwijzend voornaamwoord.......
heb ik herhaald wat ik allang wist
weet ik de regels weer die een beetje waren weggezakt
snap ik iets meer hoe de regels hierover zijn
snap ik nog steeds niets van deze grammatice

Slide 10 - Poll