B1 les 57 tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herhaling tekstsoorten les 49
Handleiding van de IKEA

1. Informatietekst
2. Instructietekst
3. Betogende tekst
4. Overhalende tekst

Toets 28 januari om 13:00 tot 14:00 

Les 33, 34, 41, 42, 49, 50, 57, 58

Wat zijn tekstverbanden denk je? Wat is een verband?

Signaalwoorden geven een signaal dat er een tekstverband aankomt. 

Ik sport veel, maar eet ook graag snoep.

Het signaal woord geeft een signaal (net zoals een rood stoplicht): Let op! Hier komt een tekstverband aan! 

Dit is een signaalwoord

Ik sport veel, maar eet ook graag snoep.

Deze zinnetjes hebben een verband met elkaar: iets met elkaar te maken

Dit is een tekstverband

Signaalwoorden

Voordat, nadat, daarna, toen

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, en 

Echter, hoewel, daarentegen, maar

Tekstverbanden 

Tijd

Opsomming

Tegenstelling 

Voorbeeld: tijd 

Eerst stond ik op. Daarna poetste ik mijn tanden en toen ging ik naar school. 

Deze rode woorden: signaalwoorden 

Geven een signaal aan: LET OP! Hier komt een tekstverband!

Welk tekstverband? 

Voorbeeld: opsomming

Ik houd van sporten en shoppen. Ook houd ik van koken. 

Wat zijn de signaalwoorden?

Wat is het tekstverband? 

Voorbeeld: tegenstelling

Online les is chill, maar ik vind het wel moeilijk om mij te concentreren. 

Wat is het signaalwoorden?

Wat is het tekstverband? 

Bedenk een zin met het verband: tijd. Denk aan de signaalwoorden

Ik ben goed in wiskunde, in Nederlands ben ik daarentegen minder goed.

1. Opsomming
2. Tijd
3. Tegenstelling

Een opsomming

Welke tekstverbanden hebben we geleerd?

Les 57 

Opdracht 5 en 10 doen we samen

Opdracht 1 t/m3 en 11 is huiswerk