woordenschat toets en controle lijsten

Woordenschat en recensie

  • woorden en uitdrukkingen uitwisselen met een ander!
  • voorbeeldoefeningen maken
  • nabespreken
  • •recensie les 1/ lezen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat en recensie

  • woorden en uitdrukkingen uitwisselen met een ander!
  • voorbeeldoefeningen maken
  • nabespreken
  • •recensie les 1/ lezen

Slide 1 - Slide

Doel
Controleren of de begrippen die je hebt gekozen ook de juste voor jou zijn.
Toepassen van de geselecteerde woorden in oefeningen.

Slide 2 - Slide

Wissel de begrippen uit
Zoek iemand anders in de klas dan degene met wie je hebt samengewerkt.
Wissel woorden en uitdrukkingen uit.
Vul je lijsten aan
3 minuten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

De docent ........ de leerling .......... om beter zijn best te doen.
Vul de woorden in dat op (....) moet staan
A
spoorde aan
B
instrueerde
C
constateerde
D
behaalde

Slide 5 - Quiz

Van dat drankje krijg je euforische gevoelens
A
misselijk
B
vervelende
C
extreem blij

Slide 6 - Quiz

De directeur..... dat zijn concurrent niet hetzelfde doel wilde......, maar zich ......... op een ander concept.
A
richtte , constateren, behaalde
B
constateerde, richten, behaalde
C
constateerde, behalen, richtte
D
behaalde, constateren, richtte

Slide 7 - Quiz

mondjesmaat
A
heel erg veel
B
Wat je proeft
C
een klein beetje
D
ernstig

Slide 8 - Quiz

Het vluchtelingenprobleem is een .............
A
discipline
B
hoogespannen
C
actuele kwestie

Slide 9 - Quiz

actuele kwestie is....
A
vervelend probleem
B
een wereldwijd probleem
C
probleem dat aan de orde is
D
Iets dat in het verleden is geweest.

Slide 10 - Quiz

........ zag ik het allemaal niet zo slecht in, maar nu weet ik wel beter.
A
mentaal
B
overigens
C
destijds
D
onterecht

Slide 11 - Quiz

Er is op dit moment een ......................tekort aan huurwoningen, wat ervoor zorgt dat mensen te snel een woning kopen.
A
radeloos
B
opmerkelijk
C
nijpend

Slide 12 - Quiz

Als je een probleem hebt met je computer, dan moet je bij Hennie zijn. Hij is een ...... op dat gebied
A
medium
B
favoriet
C
concurrent
D
expert

Slide 13 - Quiz

Waar is dit een voorbeeld van?

Slide 14 - Slide

contextzinnen
• dateren van
• instrueren
• overigens
• tamelijk

Slide 15 - Slide

Uitwisselen met maatje
Wat hebben jullie anders?
Wat zijn goede/ foute contextzinnen?

Slide 16 - Slide

voorbeelden contextzinnen
Dat ziet er antiek uit, dat boek dateert vast uit de vorige eeuw.
Hij instrueert zijn oma bij het gebruik van haar eerste smartphone.
Ik was overigens te laat vanmorgen om met je mee met de bus te gaan, toch fijn dat je wilde wachten.
De stad waar ik woon is tamelijk ver fietsen, ik ben ongeveer 40 minuten onderweg.

Slide 17 - Slide