What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkuur klas 2 Woordenschat en werkwoordspelling
Werkuur klas 2
Beeldspraak
Oefenen
Engelse werkwoordspelling
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkuur klas 2
Beeldspraak
Oefenen
Engelse werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Beeldspraak: vergelijking en metafoor
Slide 2 - Slide
Personificatie
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
www.cambiumned.nl
Slide 5 - Link
Engelse werkwoorden
Slide 6 - Slide
Engelse werkwoorden
Slide 7 - Slide
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd
Slide 8 - Quiz
Engelse werkwoorden
A
Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden
B
De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam
C
Ik-vorm ik pass hij-vorm hij passt
D
ik-vorm ik skate verleden tijd skatete
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.
Slide 10 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 11 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij heeft de bal over het net (smashen).
A
gesmasht
B
gesmashed
C
gesmashet
D
gesmashd
Slide 12 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb jaren als webdesigner (freelancen)
A
gefreelancet
B
gefreelanct
C
gefreelanced
D
gefreelancd
Slide 13 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 14 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd
Slide 15 - Quiz
Engelse werkwoorden
Ik heb al die oude contacten (vdw)
A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet
Slide 16 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 17 - Quiz
Welk Engels werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 18 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (basketballen)
A
gebasketballd
B
gebasketbald
Slide 19 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 20 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
HV2, Spelling H2: Engelse werkwoorden
September 2024
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
October 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
werkwoordspelling
January 2024
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
SCC D2 L3 Woorden van vreemde afkomst: Engelse werkwoorden
June 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
February 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden 3F
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2