V2 -K5 Paragraf E: Grammatik A

V2 - Woche 4 - Stunde 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V2 - Woche 4 - Stunde 1

Slide 1 - Slide

Aan het begin van de les
1. Zoek (rustig) je plekje op. 

2.Leg op de hoek van je tafel: 
  • Buch (Neue Kontakte havo 1-2 A)

  • Heft
  • Stift
  • iPad



3. Absentie controle

Slide 2 - Slide

Planung

Grammatik: ein/kein + Aufgabe 20, 21, 22 (30 Min.)

Sehen und Hören: Logo Nachrichten






    Doelen

    Voorkennis:
    • Je kent de regels voor de geslachten van de zelfstandig naamwoorden. 

    Nieuwe leerdoelen

    • Je kunt de regels voor de uitgangen van ein- en kein- toepassen. 
    • Je kunt het Duitse nieuws globaal begrijpen. 




              Slide 3 - Slide

              Kapitel 5 - Essen 

              Slide 4 - Slide

              onbepaald lidwoord: ein & kein

              Slide 5 - Slide

              (on)bepaald lidwoord 
              Je kent de Duitse bepaalde lidwoorden der, die, das al.
              - der = mannelijk lidwoord --> der Mann, der Stier, der Montag...
              - die = vrouwelijk lidwoord --> die Frau, die Kuh, die Freiheit... (ook meervoud)
              das = onzijdig lidwoord -->  das Lies, das Männlein

              De bepaalde lidwoorden kan je ook vervangen door het lidwoord 'een' te gebruiken. 'Een' is het onbepaalde lidwoord. Het verwijst naar een willekeurig exemplaar van het zelfstandig naamwoord: een man, een vrouw, een tafel, een appel.

              Slide 6 - Slide

              ein(e) & kein(e)
              • Het onbepaald lidwoord 'een' vertaal je in het Duits met: ein OF eine.
              • Het woord 'geen' vertaal je in het Duits met: kein OF keine.

              Voorbeeld: 
              - ein Vater (m) - eine Mutter (v)
              - ein Lied (o)  - keine Lieder (mv)
              - ein Teller (m)  - eine Flasche (v)

              --> Wanneer komt de 'e' achter 'ein'' en 'kein'? (2 Minuten)

              Slide 7 - Slide

              Samenvatting
              mannelijk
              vrouwelijk
              onzijdig
              meervoud
              Persoonlijk voornaamwoord 
              er
              sie
              es
              sie
              Bepaald lidwoord 
              der Mann

              die Frau
              das Kind
              die Leute

              Onbepaald lidwoord

              ein Mann
              eine Frau
              ein Kind
              keine Leute
              Ezelsbruggetje: De 'e' van het lidwoord 'die' wordt meegenomen naar ein & kein.

              Slide 8 - Slide

              Hoe zeg je 'een glas' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Glas
              B
              eine Glas

              Slide 9 - Quiz

              Hoe zeg je 'een rekening' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Rechnung
              B
              eine Rechnung

              Slide 10 - Quiz

              Hoe zeg je 'een cola' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Cola
              B
              eine Cola

              Slide 11 - Quiz

              Hoe zeg je 'een bord' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Teller
              B
              eine Teller

              Slide 12 - Quiz

              Hoe zeg je 'geen frietjes' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Pommes
              B
              eine Pommes
              C
              kein Pommes
              D
              keine Pommes

              Slide 13 - Quiz

              Hoe zeg je 'geen aardappels' in het Duits?

              Maak, indien nodig, gebruik van de Lernliste op blz. 172
              A
              ein Kartoffeln
              B
              eine Kartoffeln
              C
              kein Kartoffeln
              D
              keine Kartoffeln

              Slide 14 - Quiz

              Paragraf E: Grammatik A: ein- & kein- 

              • Machen: K5 E Grammatik Aufgabe 20, 21, 22
              • Hulpmiddel: K5 Lernübersicht Grammatik A im Buch (S.154)
              • Zeit: diese Stunde
              • Mit wem: Selbstständig (in Ruhe)
              Klaar = op volgorde
              1. Afmaken: Opdrachten vorige les: K5 D Lesen Aufgabe 15, 16, 17
              2. K5 Slim stampen E Kies en invul 1, 2, (alle onderdelen 90% of>)
              3.K5 Slim stampen B invul 1, 2, 3, 4 (90% f>)
              4. K5 Slim stampen D (90% of >)

                Slide 15 - Slide

                Wanneer komt een 'e' achter
                'ein' & 'kein'
                A
                bij der- woorden (m)
                B
                bij die-woorden (v en mv)
                C
                bij das-woorden
                D
                altijd

                Slide 16 - Quiz

                timer
                1:00
                (geen) .... Kaffee
                (een) .... Tasse Tee
                (geen) ....Pommes 
                (een) .... Salat 
                ein
                keine
                kein
                eine

                Slide 17 - Drag question

                nächste Stunde
                Grammatik B: bezittelijk voornaamwoorden

                Wiederholen:
                Wortschatz Thema Essen

                Slide 18 - Slide