V2 -K5 Paragraf E: Grammatik A

V2 - Woche 3 - Stunde 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V2 - Woche 3 - Stunde 2

Slide 1 - Slide

Aan het begin van de les
1. Zoek (rustig) je plekje op. 

2.Leg op de hoek van je tafel: 
  • Duits boek, (Neue Kontakte vwo 1-2 A)
  • Duits schrift, 
  • pen



3. Absentie controle

Slide 2 - Slide

Planung

      Neues Kapitel: Essen (K5)


      • Lesen: Text ''Kochwunder''+ Aufgabe 16, 17, 18 (10 Min.)

      • Grammatik: ein/kein + Aufgabe 20, 21, 22 (30 Min.)






        Doelen

        Voorkennis:
        • Je kent de regels voor de geslachten van de zelfstandig naamwoorden. 

        Nieuwe leerdoelen
        •  Je kunt een eenvoudige tekst over koken begrijpen (Lesen)

        • Je kunt de regels voor de uitgangen van ein- en kein- toepassen. 




                  Slide 3 - Slide

                  Kapitel 5 - Essen 

                  Slide 4 - Slide

                  K5 Paragraf D: Lesen -  Kochwunder
                  Was: Text lesen 'Kochwunder' + Aufgabe 15, 16, 17 afmaken
                  Mit wem: selbstständig, in stilte 
                  Zeit:10 Minuten, danach besprechen
                  Hulpmiddel: woordenboek D-N
                  Klaar= weektaak leren
                  • K5 Lernliste B (bestellen – das Fleisch) N-D
                  • K5 Lernliste C D-N
                  • K5 Lernliste D D-N
                  timer
                  10:00

                  Slide 5 - Slide

                  onbepaald lidwoord: ein & kein

                  Slide 6 - Slide

                  (on)bepaald lidwoord 
                  Je kent de Duitse bepaalde lidwoorden der, die, das al.
                  - der = mannelijk lidwoord --> der Mann, der Stier, der Montag...
                  - die = vrouwelijk lidwoord --> die Frau, die Kuh, die Freiheit... (ook meervoud)
                  das = onzijdig lidwoord -->  das Lies, das Männlein

                  De bepaalde lidwoorden kan je ook vervangen door het lidwoord 'een' te gebruiken. 'Een' is het onbepaalde lidwoord. Het verwijst naar een willekeurig exemplaar van het zelfstandig naamwoord: een man, een vrouw, een tafel, een appel.

                  Slide 7 - Slide

                  ein(e) & kein(e)
                  • Het onbepaald lidwoord 'een' vertaal je in het Duits met: ein OF eine.
                  • Het woord 'geen' vertaal je in het Duits met: kein OF keine.
                  Voorbeeld: 
                  - ein Vater (m) - eine Mutter (v)
                  - ein Lied (o)  - keine Lieder (mv)
                  - ein Teller (m)  - eine Flasche (v)

                  --> Wanneer komt de 'e' achter 'ein'' en 'kein'? (2 Minuten)

                  Slide 8 - Slide

                  Samenvatting
                  mannelijk
                  vrouwelijk
                  onzijdig
                  meervoud
                  Persoonlijk voornaamwoord 
                  er
                  sie
                  es
                  sie
                  Bepaald lidwoord 
                  der Mann

                  die Frau
                  das Kind
                  die Leute

                  Onbepaald lidwoord

                  ein Mann
                  eine Frau
                  ein Kind
                  keine Leute
                  Ezelsbruggetje: De 'e' van het lidwoord 'die' wordt meegenomen naar ein & kein.

                  Slide 9 - Slide

                  Hoe zeg je 'een glas' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Glas
                  B
                  eine Glas

                  Slide 10 - Quiz

                  Hoe zeg je 'een rekening' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Rechnung
                  B
                  eine Rechnung

                  Slide 11 - Quiz

                  Hoe zeg je 'een cola' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Cola
                  B
                  eine Cola

                  Slide 12 - Quiz

                  Hoe zeg je 'een bord' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Teller
                  B
                  eine Teller

                  Slide 13 - Quiz

                  Hoe zeg je 'geen frietjes' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Pommes
                  B
                  eine Pommes
                  C
                  kein Pommes
                  D
                  keine Pommes

                  Slide 14 - Quiz

                  Hoe zeg je 'geen aardappels' in het Duits?
                  Maak gebruik van de Lernliste op blz. 168
                  A
                  ein Kartoffeln
                  B
                  eine Kartoffeln
                  C
                  kein Kartoffeln
                  D
                  keine Kartoffeln

                  Slide 15 - Quiz

                  Paragraf E: Grammatik A: ein- & kein- 

                  Selbstständig (in Ruhe):
                  • Machen: Aufgabe 20, 21, 22 (S. 151)
                  • Hulpmiddel: Lernübersicht im Buch K5 (Seite 169)
                  • Zeit: 15 Minuten
                  Klaar = weektaak

                    • Afmaken K5 D Lesen Aufgabe 15, 16, 17
                    • K5 Lernliste B N-D (bestellen - das Fleisch)
                    • K5 Lernliste C D-N
                    • K5 Lernliste D D-N
                    timer
                    15:00

                    Slide 16 - Slide

                    Wanneer komt een 'e' achter
                    'ein' & 'kein'
                    A
                    bij der- woorden (m)
                    B
                    bij die-woorden (v en mv)
                    C
                    bij das-woorden
                    D
                    altijd

                    Slide 17 - Quiz

                    timer
                    1:00
                    (geen) .... Kaffee
                    (een) .... Tasse Tee
                    (geen) ....Pommes 
                    (een) .... Salat 
                    ein
                    keine
                    kein
                    eine

                    Slide 18 - Drag question

                    nächste Stunde
                    Grammatik B: bezittelijk voornaamwoorden

                    Wiederholen:
                    Wortschatz Thema Essen

                    Slide 19 - Slide