V5 + HV4 Argumentatie 14052019

Deze les:

  •  Standpunt kunnen herkennen in de tekst.
  •  Argumentatie kunnen  beoordelen.
  • Redeneringen kunnen herkennen.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les:

  •  Standpunt kunnen herkennen in de tekst.
  •  Argumentatie kunnen  beoordelen.
  • Redeneringen kunnen herkennen.

Slide 1 - Slide

Deze les bespreken we:
Standpunten
Argumenten en soorten argumentatie
Redeneringen.

Doen:
Opdracht 1: zin 3 t/m 7 
Opdracht 3 + 4
Opdracht 5 + 6 + 7



Slide 2 - Slide

Het standpunt?
Noteer van de volgende zinnen het standpunt.

Slide 3 - Slide

  1. Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
  2. Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
  3. Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.

Slide 4 - Slide

Het argument
objectief argument: feitelijke uitspraak
subjectief argument: niet-feitelijke uitspraak, heeft meer ondersteuning nodig.

Slide 5 - Slide

Verschillende soorten argumentatie. 
Argumentatie op basis van:

  • Feiten (controleerbaar)
  • Onderzoek of wetenschap (Volgens onderzoek...)
  • Normen en waarden (Het is toch vreselijk dat...)
  • Vermoedens (Ik denk dat...)
  • Geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging 
  • Gezag of autoriteit (Mark Rutte zei ook al...)
  • Nut (Het is beter dat we...)

Slide 6 - Slide

Noteer het argument per zin en de soort argumentatie.

Slide 7 - Slide

  1. Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, want ik vermoed dat mensen in tijden van crisis eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.
  2. Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.
  3. Roemer had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.

Slide 8 - Slide

Redeneringen.

Het geheel van standpunt en argumentatie wordt een redenering genoemd.

Marieke heeft negen jaar over het VWO gedaan; ze was vroeger dus duidelijk geen studiehoofd.

Slide 9 - Slide

Redenering op basis van oorzaak en gevolg.

Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of gebeurtenis.

Slide 10 - Slide

Redenering op basis van overeenkomst.

Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen en een overeenkomst wordt geconstateerd.

Slide 11 - Slide

Redenering op basis van voorbeelden.

Een standpunt wordt ondersteund door argumenten die voorbeelden zijn.


Slide 12 - Slide

Redenering op basis van voor- en nadelen.

Er wordt een afweging gemaakt, de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis van die uitkomst wordt een oordeel uitgesproken.

Slide 13 - Slide

Redenering op basis van een kenmerk of eigenschap.

Als alle onderdelen van een groep dezelfde kenmerken hebben, heeft 1 deel dat ook.


Slide 14 - Slide

Nu maken :


Opdracht 1: zin 3 t/m 7  blz 153 
Opdracht 3 + 4                blz 154
Opdracht 6 7 8         blz 157

klaar? afmaken tekst HW
HW : opdracht 5 blz 351



Slide 15 - Slide