Laatste les V5 periode 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Planning

1. toetsstof doorlopen + oefenen met vragen

2. Vragen

3. Zelfstudie / nakijken oefenexamen (Classroom)

Soorten argumentatie blz. 153

Objectieve (feitelijke)  en subjectieve  (waarderende) argumenten

Je moet aangeven of een argument objectief/ feitelijk of subjectief/ waarderend is.

Oefenvraag: Van welk soort argumentatie is sprake?
Je wordt er toch beroerd van als je die heftige berichten over ontgroeningen leest. Ze moeten het ontgroenen gewoon helemaal verbieden.

1. feitelijk (objectief) argument
2. waarderend (subjectief) argument)

Oefenvraag: Van welk soort argumentatie is sprake?
Ik doe liever geen eindexamen vwo, want als ik slaag moet ik naar een andere school.

1. feitelijk (objectief) argument
2. waarderend (subjectief) argument

Signaalwoorden blz. 153

Signaalwoorden voor standpunt en voor argumenten

Hoe komt dit terug in de toets?

Je moet deze signaalwoorden kunnen herkennen. 

Verschillende soorten argumentatie blz. 153

Gebaseerd op:

- feiten

- onderzoek of wetenschap

normen en waarden

vermoedens

geloof (of levensbeschouwelijke) overtuiging

gezag of autoriteit

nut

Hoe komt dit terug in de toets? Als meerkeuzevraag.

Van welk soort argument is hier sprake?
Ik verwacht niet dat Mark Rutte minister-president blijft. Ik kan me niet voostellen dat andere partijen alsnog met hem in zee willen gaan.

1. feiten
2. vermoedens
3. normen en waarden
4. geloof of (levensbeschouwelijke) overtuiging

Redeneringen blz.  156

Redenering op basis van

- oorzaak en gevolg

- overeenkomst

- voorbeelden

- voor-en nadelen

- kenmerk of eigenschap

Hoe komt deze stof terug in de toets? Als meerkeuzevragen.

Redenering op basis van...

Je moet handschoenen gebruiken als je een anti- kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken. Deze middelen zijn slecht voor je nagels. Ze kunnen er zelfs door oplossen .

1. overeenkomst
2. oorzaak en gevolg
3. voor-en nadelen
4. kenmerk of eigenschap

Argumentatiestructuren blz. 159-160

enkelvoudige argumentatie

Je onderbouwt je standpunt met één argument.

standpunt

↑

argument

Onderschikkende argumentatie

Standpunt

↑

argument

↑

argument

meervoudige argumentatie

standpunt

↑                                   ↑                             ↑

                   argument                 argument                     argument                            

meervoudige argumentatie

standpunt

↑                                   ↑                             ↑

                   argument                 argument                     argument   

             ↑  

           argument

          

Hoe komt dit terug in de toets?

Zet de argumentatie van alinea ... in het blokjesschema.

Van welke argumentatiestructuur is sprake? Meerkeuzevraag.

standpunt

argument

argument

Het is nog te vroeg voor nieuwe versoepelingen in het Coronabeleid.

Het aantal mensen met Covid-19 in het ziekenhuis blijft stijgen.

De reguliere zorg moet hierdoor worden afgeschaald.

Drogredenen blz. 163-164

Fouten in argumentatie

Onjuist oorzaak-gevolg

Verkeerde vergelijking

Overhaaste generalisatie

Cirkelredenering

Persoonlijke aanval

Ontduiken van de bewijslast

Vertekenen van het standpunt

Bespelen van het publiek

Onjuist beroep op autoriteit

Drogredenen

Hoe komt deze stof terug in de toets?

In meerkeuzevragen.

Welke drogreden herken je hier?
Iedereen met verstand van voetbal weet dat je met die opstelling niets gaat bereiken op het EK.

1. Cirkelredenering
2. Overhaaste generalisatie
3. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
4. Bespelen van het publiek

Welke drogreden herken je hier?
Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht. Het milieu interesseert jou blijkbaar helemaal niets.

1. verkeerde vergelijking
2. persoonlijke aanval
3. overhaaste generalisatie
4. vertekenen van het standpunt

Argumentatie beoordelen blz. 168

Je kunt een betoog beoordelen op de volgende punten:

- inhoud (argumenten feitelijk en juist)

- volledigheid (voldoende argumenten, genuanceerd)

- schrijver (deskundigheid, betrouwbaarheid etc.)

Hoe komt deze stof terug in de toets?

Je moet de tekst beoordelen. (meerkeuzevraag en open vraag)

Woorden of zinnen citeren blz. 347

Hoe komt deze stof terug in de toets?

Een of meer vragen waarbij je moet citeren.  

Iets in eigen woorden zeggen blz. 349

Hoe komt deze stof terug in de toets?

Een of meer vragen waarbij je het antwoord in eigen woorden moet zeggen.  

Functies van een tekstgedeelte blz. 362 t/m 365

Hoe komt dit terug in de toets?

Als meerkeuzevragen.

Wat is een aanleiding?

1. Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
2. Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
3. Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
4. Vaststelling van een feit of verschijnsel

Wat is een constatering?

1. Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
2. Vaststelling van een feit of verschijnsel
3. Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
4. Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip

Wat is een tegenwerping?

1. Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
2. Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
3. Voorwaarde of beperking bij een toezegging
4. Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander

Wat is een uitwerking?

1. Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
2. Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
3. De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
4. Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.

Overig

Je moet de belangrijkste informatie uit een tekstgedeelte kunnen samenvatten.

Je moet de hoofdgedachte van de tekst kunnen benoemen. (meerkeuzevraag)

Vragen?

Zelfstudie

Nakijken oefenexamen (Classroom)

Heel veel succes!

Fijne vakantie!