les 1. Irrationeel vs Rationeel


Thema 1: Rationeel of Irrationeel?
les 1: rationeel en irrationeel
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Thema 1: Rationeel of Irrationeel?
les 1: rationeel en irrationeel

Slide 1 - Slide

Wat ben jij?
1. Als je een keuze moet maken, vertrouw je dan vooral op ratio of eerder op je emoties?

A. Mijn keuze moet vooral goed voelen, dus ik volg mijn hart.
B. Mijn keuze moet steek houden, dus ik luister naar logica.


Slide 2 - Slide

Wat ben jij?
2. Wat vind je belangrijker?

A. Er wordt voor jou bepaald en geregeld

B. Onafhankelijk en zelfstandig zijn.



Slide 3 - Slide

Wat ben jij?
3. Naar welk scenario gaat jouw voorkeur uit?

A. Bespreken wat je voelt en hoe je tegenover het leven, relaties en vriendschappen staat.

B. Diepgaande, verstandelijke , intellectuele discussies voeren.




Slide 4 - Slide

Wat ben jij?
4. Welke optie sluit het beste aan bij jou als leerling?

A. Enkel hard werken voor de vakken die je nauw aan je hart liggen.

B. Bij elk vak de beste punten willen scoren.





Slide 5 - Slide

Wat ben jij?
4. Welke optie sluit het beste aan bij jou als leerling?

A. Enkel hard werken voor de vakken die je nauw aan je hart liggen.

B. Bij elk vak de beste punten willen scoren.





Slide 6 - Slide

Wat ben jij?
5. Welke woorden beschrijven jou het beste?

A. Emotioneel & empathisch.

B. Rationeel en intellectueel






Slide 7 - Slide

Wat ben jij?
6. Hoe zou je jezelf beschrijven?

A. Als extravert.

B. Als introvert.







Slide 8 - Slide

Wat ben jij?
7. Wil je bij iedereen op een goed blaadje staan?

A. Ja, ik kan er niet tegen als mensen slecht over mij denken.

B. Nee, ik kan perfect voor mezelf zorgen en vindt het niet belangrijk wat anderen over mij zeggen.








Slide 9 - Slide

Wat ben jij?
8. Zou je jezelf inlevend noemen?

A. Ja, ik ben enorm begaan met iedereen rondom mij.

B. Nee, ik hou me enkel bezig met mijn eigen zaken.







Slide 10 - Slide

Wat ben jij?
8. Zou je jezelf inlevend noemen?

A. Ja, ik ben enorm begaan met iedereen rondom mij.

B. Nee, ik hou me enkel bezig met mijn eigen zaken.







Slide 11 - Slide

Wat ben jij?
9. Ben je goed opgewassen tegen stress?


A. Nee, ik pieker heel snel.

B. Ja, ik ben zelden nerveus of gespannen.







Slide 12 - Slide

Koos je meer voor A? 
Dan volg je vooral je hart.

Mensen die vooral hun hart volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als emotioneel en hartelijk.
  • vinden intimiteit in relaties belangrijk en bespreken graag hoe ze zich voelen
  • laten zich leiden door hun intuïtie en buikgevoel als ze een keuze moeten maken


Koos je meer voor B? 
Dan volg je vooral je hoofd.

Mensen die vooral hun hoofd volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als rationeel en onafhankelijk.
  • vinden het leuk om op intellectueel vlak uitgedaagd te worden.
  • laten zich leiden door logica als ze een keuze moeten maken.

Slide 13 - Slide

Koos je meer voor A? 
Dan volg je vooral je hart.

Mensen die vooral hun hart volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als emotioneel en hartelijk.
  • vinden intimiteit in relaties belangrijk en bespreken graag hoe ze zich voelen
  • laten zich leiden door hun intuïtie en buikgevoel als ze een keuze moeten maken


Koos je meer voor B? 
Dan volg je vooral je hoofd.

Mensen die vooral hun hoofd volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als rationeel en onafhankelijk.
  • vinden het leuk om op intellectueel vlak uitgedaagd te worden.
  • laten zich leiden door logica als ze een keuze moeten maken.

Slide 14 - Slide

Koos je meer voor A? 
Dan volg je vooral je hart.

Mensen die vooral hun hart volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als emotioneel en hartelijk.
  • vinden intimiteit in relaties belangrijk en bespreken graag hoe ze zich voelen
  • laten zich leiden door hun intuïtie en buikgevoel als ze een keuze moeten maken


Koos je meer voor B? 
Dan volg je vooral je hoofd.

Mensen die vooral hun hoofd volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als rationeel en onafhankelijk.
  • vinden het leuk om op intellectueel vlak uitgedaagd te worden.
  • laten zich leiden door logica als ze een keuze moeten maken.

Slide 15 - Slide

Koos je meer voor A? 
Dan volg je vooral je hart.

Mensen die vooral hun hart volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als emotioneel en hartelijk.
  • vinden intimiteit in relaties belangrijk en bespreken graag hoe ze zich voelen
  • laten zich leiden door hun intuïtie en buikgevoel als ze een keuze moeten maken


Koos je meer voor B? 
Dan volg je vooral je hoofd.

Mensen die vooral hun hoofd volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als rationeel en onafhankelijk.
  • vinden het leuk om op intellectueel vlak uitgedaagd te worden.
  • laten zich leiden door logica als ze een keuze moeten maken.

Slide 16 - Slide

Koos je meer voor A? 
Dan volg je vooral je hart.

Mensen die vooral hun hart volgen, ...
  • beschrijven zichzelf als emotioneel en hartelijk.
  • vinden intimiteit in relaties belangrijk en bespreken graag hoe ze zich voelen
  • laten zich leiden door hun intuïtie en buikgevoel als ze een keuze moeten maken


Koos je meer voor B? 
Dan volg je vooral je hoofd.

Mensen die vooral hun hoofd volgen, 
  • beschrijven zichzelf als rationeel en onafhankelijk.
  • vinden het leuk om op intellectueel vlak uitgedaagd te worden.
  • laten zich leiden door logica als ze een keuze moeten maken.

Slide 17 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Inleiding (al gedaan)
2. Hoofdvraag
3. Uitleg
4. Opdracht: Over de streep
5. Opdracht: Diamant
6. Afsluiting

Slide 18 - Slide

Hoofdvraag
Kan een mens volledig rationeel of irrationeel zijn?

Slide 19 - Slide

Uitleg
Rationeel is een verstandelijke manier van denken, datgene wat voornamelijk berust op wetenschappelijke gronden of feiten. 


Slide 20 - Slide

Irrationaliteit is besluit- en ideevorming die niet op logische redeneringen is gebaseerd. 
Hierbij vindt ideevorming en handelen niet plaats op basis van voornamelijk feiten en kennis, maar meestal op basis van gevoelens, emoties, meningen of ervaringen. 

Slide 21 - Slide

Irrationaliteit is besluit- en ideevorming die niet op logische redeneringen is gebaseerd. 
Hierbij vindt ideevorming en handelen niet plaats op basis van voornamelijk feiten en kennis, maar meestal op basis van gevoelens, emoties, meningen of ervaringen. 
irrationeel betekend niet dat je niet nadenkt!!!

Slide 22 - Slide

1

Slide 23 - Video

00:00
Rationeel of Irrationeel?

Slide 24 - Slide

voorbeeld
Als er iets mis is gegaan en je reageert daarop met vloeken en tieren, dan is dat een irrationele reactie. Maar zeg je zoiets als: Oei, dat was niet zo slim. Dat kan beter zus en zo opgelost worden! Dan is dat een rationele reactie.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Opdracht
  • We gaan zo direct staan. 
  • rood is eens en groen is oneens
  • Ben je het met de stelling eens? 

Slide 27 - Slide

Over de streep
In de Griekse poleis dacht men rationeel  

Slide 28 - Slide

Over de streep
De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 

Slide 29 - Slide

Over de Streep
Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel

Slide 30 - Slide

Over de Streep
4. Protestantisme is rationeler dan  katholicisme.

Slide 31 - Slide

Over de Streep
5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 

Slide 32 - Slide

Over de streep
6. De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 

Slide 33 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel

2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 

3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel

4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.

5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler

6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 


Slide 34 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 

3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel

4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.

5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 

6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 


Slide 35 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 
jodendom en christendom als eerste monotheistische godsdiensten
3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel

4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.

5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 

6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 


Slide 36 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 
jodendom en christendom als eerste monotheistische godsdiensten
3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel
de renaissance
4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.

5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 

6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken.


Slide 37 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 
jodendom en christendom als eerste monotheistische godsdiensten
3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel
de renaissance
4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.
De reformatie met splitsing in de chr kerk tot gevolg
5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 

6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 


Slide 38 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 
jodendom en christendom als eerste monotheistische godsdiensten
3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel
de renaissance
4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.
De reformatie met splitsing in de chr kerk tot gevolg
5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 
Wetenschappelijke revolutie
6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. 


Slide 39 - Slide

welke ka past bij de volgende stellingen?
1. In de Griekse poleis dacht men rationeel
ontwikkeling wetenschappelijk denken en burgerschap en politiek in de stadsstaat
2. De komst van het christendom zorgde voor een irrationeler wereldbeeld 
jodendom en christendom als eerste monotheistische godsdiensten
3.Met de komst van de renaissance werden steeds meer burgers rationeel
de renaissance
4. Protestantisme is rationeler dan katholicisme.
De reformatie met splitsing in de chr kerk tot gevolg
5.Tijdens de wetenschappelijke revolutie werd de wereld veel rationeler. 
Wetenschappelijke revolutie
6.De Franse Revolutie was een mooi voorbeeld van rationeel denken. (KA 27 & 30)
Rationeel optimisme en verlicht denken / democratische revoluties

Slide 40 - Slide

Opdracht
  • Bekijk de gebeurtenissen / ontwikkelingen
  • Hoe rationeel dacht men toen? Vul het in op de grafiek. 
  • Weet je niet wat de gebeurtenis / ontwikkeling inhield, zoek het dan op in je boek. 
  • 15 min.
  • Je mag in duo's werken. 

Slide 41 - Slide

Afsluiting
Kan een mens volledig rationeel of irrationeel zijn?

Slide 42 - Slide

Huiswerk
* Lezen KA4 & 5
* Maken verwerkingsvragen 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 5.2, 5.4

Slide 43 - Slide