H4 WA Hfst 2.5AB

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning van de les
  • Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
  • Uitleg leerdoelen deze les
  • Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Slide 2 - Slide

Leerdoel van de vorige les
Paragraaf 2.4: Representatie van data
  • Ik kan data op een geschikte manier presenteren.



Slide 3 - Slide

Doe je laptop open

Slide 4 - Slide

(anonieme vraag) Ik heb vragen over de volgende opgaven van het hw.
Bij geen vragen typ je "-".

Slide 5 - Open question

Leerdoelen van deze les
Paragraaf 2.5: Conclusies trekken
  • Ik kan verschillen kwantificeren bij nominale variabelen.
  • Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale variabelen.



Slide 6 - Slide

Ik kan verschillen kwantificeren bij nominale variabelen.

Slide 7 - Slide

Twee groepen vergelijken
Fase 4
Associatiemaat
Kwantificeren

ordinaal/nominaal/discreet/continu

Slide 8 - Slide

Twan vermoedt dat er op zijn school minder jongens dan meisjes linkshandig zijn. Hij neemt een steekproef van 200 jongens en 100 meisjes en vindt 20 linkshandige jongens.

Geef de waarden van a en b in de tabel.

Slide 9 - Open question

Twan vermoedt dat er op zijn school minder jongens dan meisjes linkshandig zijn. Hij neemt een steekproef van 200 jongens en 100 meisjes en vindt 20 linkshandige jongens.

Leg uit dat er geen verschil is op het gebied van linkshandig zijn als er 10 meisjes linkshandig zijn.

Slide 10 - Open question

Een maat voor het verschil tussen variabelen in een 2x2-kruistabel is phi (zie hiernaast).
Bereken de waarde van phi als er 10 meisjes linkshandig zijn.

Slide 11 - Open question

Bij 20 linkshandige meisjes is de waarde van phi=-0,14.
Wat is de waarde van phi als 70 meisjes linkshandig zijn?

Slide 12 - Open question

Bij 10 linkshandige meisjes is phi=0.
Bij 20 linkshandige meisjes is phi=-0,14.
Bij 70 linkshandige meisjes is phi=-0,62.
Wat valt je op aan de waarde van phi als er een groter verschil tussen jongens en meisjes is?

Slide 13 - Open question

Beide variabelen wel/niet

Slide 14 - Slide

Geef aan of je bij de volgende soorten statistische variabelen groepen kunt vergelijken met de waarde van phi.
Dat kan wel
Dat kan niet
Continu
Discreet
Ordinaal
Nominaal

Slide 15 - Drag question

Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale variabelen.

Slide 16 - Slide

Fenne heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen werksector en
besteedbaar inkomen. Voor de werksector is onderscheid gemaakt
tussen werken bij de overheid of in een bedrijf. Het inkomen is
ingedeeld in vijf categorieën waarbij 1 het laagste inkomen is en 5 het
hoogste. Zie de tabel.

Wat is het meetniveau van de variabele inkomen?

Slide 17 - Open question

Fenne heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen werksector en
besteedbaar inkomen. Voor de werksector is onderscheid gemaakt
tussen werken bij de overheid of in een bedrijf. Het inkomen is
ingedeeld in vijf categorieën waarbij 1 het laagste inkomen is en 5 het
hoogste. Zie de tabel.
Waarom kun je hier niet de phi-coëfficiënt gebruiken om het verschil
te kwantificeren?

Slide 18 - Open question

Maximaal verschil in cumulatief percentage 
(max. Vcp)
Bepaal de relatieve cumulatieve frequentie en zoek het grootste verschil:

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

In de relatieve somfrequentiepolygonen zijn de eindcijfers van het vak Engels van 2 scholen verwerkt.
Op welke school zal het gemiddelde eindcijfer van het vak Engels het hoogste zijn?
A
School A
B
School B

Slide 21 - Quiz

Het verschil in cumulatief percentage tussen scholen A en B is:
A
Gering
B
Middelmatig
C
Groot

Slide 22 - Quiz

Geef aan of je bij de volgende soorten statistische variabelen groepen kunt vergelijken met de waarde van max.Vcp.
Dat kan wel
Dat kan niet
Continu
Discreet
Ordinaal
Nominaal

Slide 23 - Drag question

Laptops dicht

Slide 24 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan verschillen kwantificeren bij nominale variabelen.
  • Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale variabelen.

Maak hiervoor de opgaven 68, 69, 72  en 73 van paragraaf 5 van hoofdstuk 2.





Slide 25 - Slide