maandag 10 oktober 2022

Maandag 10 oktober 2022
08.30 - 09.20 uur 
Inloop
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.20 - 10.10 uur 
Woordenschat
Nieuwe woorden '- thema 'Eten'
12.40 - 13.30 uur 
Nieuwsbegrip - kinderboekenweek
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30-14.20uur
Rekenen- zelfstandig werken op de laptop

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Lezen, hoe doe je dat?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Maandag 10 oktober 2022
08.30 - 09.20 uur 
Inloop
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.20 - 10.10 uur 
Woordenschat
Nieuwe woorden '- thema 'Eten'
12.40 - 13.30 uur 
Nieuwsbegrip - kinderboekenweek
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30-14.20uur
Rekenen- zelfstandig werken op de laptop

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Lezen, hoe doe je dat?

Slide 1 - Slide

Lezen in je eigen boek

Slide 2 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Eten.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Slide

uiteraard
  • natuurlijk;
  • zeker weten;
  • Zin: Uiteraard is patat ongezond, maar het is wel lekker!
  • Zin: Uiteraard mag u vakantie nemen wanneer u wilt

Slide 4 - Slide

uitkijken
  • goed opletten, zodat er niets erg gebeurt;
  • Werkwoord: ik kijk uit, hij kijkt uit, wij kijken uit;
  • Zin: Kijk uit! Die auto komt bijna tegen jou aan!

Slide 5 - Slide

ruim
  • iets meer dan;
  • Zin: Deze pizza is ruim genoeg voor 4 personen. (deze pizza is meer dan genoeg voor 4 personen.)

Slide 6 - Slide

(de) onzin

  • iets wat niet waar is;
  • iets wat belachelijk is;
  • zin: Het is onzin dat je nooit pizza mag eten, omdat het ongezond is.
  • zin: Wat jij zegt is onzin! Dat is helemaal niet waar.

Slide 7 - Slide

de keuze
  • de keer dat je kiest;
  • de mogelijkheid om te kiezen;
  • Wat is jouw keuze? Pizza of patat?

Slide 8 - Slide

Vul in:
Uiteraard vind ik dit eten lekker:

Slide 9 - Open question

Waar wordt het woord
ruim
goed gebruikt?
A
Ik heb 111,24 euro. Dat is ruim 100 euro.
B
Ik heb 111,24 euro. Dat is ruim 110 euro.
C
Ik heb 111,24 euro. Dat is ruim 112 euro.
D
Ik heb 111,24 euro. Dat is ruim 111 euro.

Slide 10 - Quiz

Maak een zin met het woord:
de keuze

Slide 11 - Open question

Waar wordt het woord
de onzin
goed gebruikt?
A
Wat je zegt is niet waar. Dat is onzin.
B
Misschien is het waar wat je zegt. Dat is onzin.
C
Natuurlijk is dat waar! Dat is onzin.
D
Jij hebt gelijk. Dat is onzin.

Slide 12 - Quiz

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 13 - Slide

Als je de straat oversteekt, moet je goed ............. voor de auto's.

Slide 14 - Open question

Wat een ...........! Dat is helemaal niet waar wat je zegt.

Slide 15 - Open question

Wil jij nu ... ...... maken? Ik wil weten wat je wilt eten vanavond!

Slide 16 - Open question

............. heb ik het goede antwoord gegeven. Ik heb goed geleerd!

Slide 17 - Open question

Je hebt ........... de tijd om op school te komen. Het is nu 08.20 uur en de les begint pas over 10 minuten.

Slide 18 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam, zie je jouw naam dan maak je een zin met een van de woorden.


Slide 19 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 20 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk Wonen

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 21 - Slide

Begrijpend lezen
Lezen hoe doe je dat?

Slide 22 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 23 - Slide

Begrijpend lezen
  • We kijken naar het journaal wat past bij de les:
  • We lezen samen de tekst:
  • Je maakt zelf de vragen:
  • We kijken samen de vragen na. 

Slide 24 - Slide

Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Slide 25 - Slide