P3 - Hofcultuur les 4

HAVO 4
Kunst Algemeen
Hofcultuur 4.2 - 4.4
les 4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

HAVO 4
Kunst Algemeen
Hofcultuur 4.2 - 4.4
les 4

Slide 1 - Slide

Wat is de aanleiding geweest voor de Barokke kunst?
A
vraag vanuit de Katholieke kerk
B
mensen hadden na de Renaissance weer zin in iets anders
C
mensen kregen een hekel aan Italië
D
stroming kwam overwaaien vanuit Duitslang

Slide 2 - Quiz

Noem de belangrijkste kenmerken van de Barok (zowel doel als stijlkenmerken)

Slide 3 - Open question

H4 hofcultuur
leerdoelen
De docent maakt groepjes van 3 leerlingen. Maak samen de oefenopgave op Learnbeat

Slide 4 - Slide

planning
les 1
11 dec
toets bespreken / werkwijze komende periode / inleiding 4.2 Rome
les 2
8 jan
4.2.1 Paus & kunstenaars / 4.2.2 De stad ontwaakt / 4.2.3 Illusie in licht
les 3
15 jan
4.3 Het Franse hof / 4.3.1 De dansende koning / 4.3.2 Ee koning is overal
les 4
22 jan
4.4 Theater / 4.4.1 Elizabethaans theater
les 5
29 jan
herhaling + voorbereiding toets + herhaling
1 feb
TOETS kunst Algemeen H4.2 - H4.4
H3 vroegrenaissance

Slide 5 - Slide

H4 hofcultuur
leerdoelen
4.4 Inleiding
  • Ik weet dat er in de renaissance behoefte kwam naar het bestuderen van de theaterstukken van de klassieke oudheid. 
  • Ik ken het onderscheid tussen het klassiek theater in de renaissance en de commedia dell'arte. 
  • Ik ken het theater Teatro Olimpico en weet op welke manier het theater is gebouwd. 
  • Ik kan een aantal belangrijke theatervormen uit het klassieke theater noemen. 
  • Ik kan een aantal belangrijke kenmerken benoemen van de commedia dell'arte.

4.4.1 Het Elizabethaans theater
  • Ik weet dat in Engeland rond 1600 de theatercultuur tot bloei kwam. 
  • Ik weet het onderscheid tussen de theatercultuur in Engeland en in Italië.
  • Ik herken de ontwikkeling van zelfstandige theatergroepen zoals The Lord Chamberlains Men (later The Kings Men) en weet dat Shakespeare acteur en schrijver is geweest voor deze groep. 
  • Ik ken William Shakespeare en zijn werk en kan een aantal belangrijke kenmerken noemen van zijn toneelstukken (zie blz 90 voor het voorbeeld A Midsummers Night's Dream)

Slide 6 - Slide

H4 hofcultuur
indeling
Hoofdstuk 4 Hofcultuur
4.1 Italiaanse hoven
4.2 Rome
4.4 Theater
Inleiding
Paus & kunstenaars
De stad ontwaakt
Illusie en licht

Inleiding
De dansende koning
De koning is overal

Inleiding
Het Elizabethaans theater
les 2
les 3
les 4
4.3 Het Franse hof

Slide 7 - Slide

H4 hofcultuur
indeling
lesinhoud
controle huiswerk
bespreken video-opdracht
korte samenvatting
opdracht in groepjes
Inleiding
Het Elizabethaans theater
bespreken video-opdracht
schematische samenvatting leerlingen
schematische samenvatting docent

Analyseopdracht

Slide 8 - Slide

H4 hofcultuur
Theater
Renaissance = bestuderen klassieke geschiedenis = theater
weinig kennis spel en enscenering
Accademia Olimpica
Teatro Olympico
  • publiek halve cirkel
  • één podium
  • apart decor theatertypen
  • voorbeeld voor veel theaters
tragedies: klassiek stadsgezicht met statige gevels
komedie: combinatie van renaissance-architectuur en gotiek
satire: natuurlijke omgeving

Slide 9 - Slide

H4 hofcultuur
Theater
Commedia dell'arte
theaterontwikkeling op straat
  • acteur improviseren teksten
  • reageren op uitingen van publiek
  • liefde tussen twee jongelingen
  • 'maschere' (maskers)
  • karakters belangrijk

Slide 10 - Slide

H4 hofcultuur
Elizabethaans theater
Rond 1600 bloeiende theaterontwikkeling Engeland 
vaste theaters
vrije theatergezelschappen
Lords Chamberlain's Men
The Kings Men
William Shakespeare
  • eigen repertoire - geen kopie van een klassiek theaterstuk
  • eerste moderne toneelschrijver
  • dichterlijke taal / veel beelden / klinkt als een melodie
  • tijdloze thema's - verhaal is ondergeschikt
  • veel tegenstellingen (schijn/zijn, chaos/vrijheid, etc. 

Slide 11 - Slide

H4 Hofcultuur
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 12 - Drag question

H4 hofcultuur
opdracht
                                Maak een schematische samenvatting van het paragraaf 4.1.3 Stravaganza. Doorloop de volgende stappen om tot een schematische samenvatting te komen:

1. lees één keer de hele tekst
2. lees de tweede keer een tekst en onderstreep de belangrijke begrippen, verwijzingen, signaalwoorden (dus, waardoor, om die reden, etc.) en opsommingen (1, 2, 3). 
3. maak op een leeg blaadje (liefst gekanteld) een schematische samenvatting. 
  • noteer de titel van de paragraaf
  • bepaal hoe de onderstreepte begrippen zich verhouden tot de titel. 
  • noteer oorzaak - gevolg situaties door middel van pijlen
  • noteer opsommingen door middel van 1, 2, 3
  • noteer eventuele andere belangrijke begrippen / verbanden

Vergelijk jouw schematische samenvatting eerst met de persoon naast je. Pas jouw schematische samenvatting eventueel nog aan. 

Vergelijk jullie schematische samenvatting met die van de docent. 

Slide 13 - Slide

H3 vroegrenaissance
Weten en meten
Dans als onderdeel van hoffeesten
toetsvraag
Je kunt een toetsvraag verwachten waarbij je moet aangeven waarom het logisch is dat de moresca met professionele dansers aan het hof een logische ontwikkeling is binnen de renaissance. 

Je kunt hier een verbinding maken met 4.1 Homo Universalis. In de Renaissance wordt telaent en kennis steeds meer gewaardeerd. Een dans die vooral wordt gedanst door professionale hofdansers past prima in die gedachten. 

Slide 14 - Slide

klassieken
samenvatting
schematische samenvatting
  • pijlen om verbanden aan te geven
  • / om een relatie aan te geven
  • ? voor een vraagstelling binnen het proces
  • = als begrippen (of groepen) gelijk zijn aan andere begrippen

doel
  • helpen met redeneren;
  • begrippen beter onthouden;
  • belangrijke informatie gemakkelijker opslaan.

Slide 15 - Slide

klassieken
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 16 - Drag question

H3 vroegrenaissance
lijnperspectief
Bij de lijnperspectief speelt de horizon een grote rol. Op de horizon liggen namelijk verdwijnpunten (ook vluchtpunten genoemd) van horizontale lijnen.

Slide 17 - Slide

                               Vergelijk jouw schematische samenvatting met die van de docent. Welke begrippen heb jij wel genoemd die de docent niet heeft genoemd? 

                               Bedenk bij beide paragrafen één mogelijke toetsvraag. Probeer verder te denken dan reproductievragen. 

                               Bekijk de leerdoelen op Learnbeat. Kruis aan welke leerdoelen van de tot nu toe behandelde paragrafen jij hebt behaald en waar je nog de kennis of het inzicht voor mist.  



 
3.3 Vlaamse polyfonie
opdracht
opdracht
opdracht
toetsvraag
Een voorbeeld van een toetsvraag gericht op reproductie is:

Noem twee eigenschappen van de 'danse basse'. 

Zo'n vraag is letterlijk te leren en vraagt geen inzicht of toepassing van geleerde begrippen. Deze vragen krijg je incidenteel, maar leveren weinig punten op en bereiden je ook niet voldoende voor op het examen. 

Slide 18 - Slide

                                Onderstreep de belangrijkste begrippen en maak een schematische samenvatting van paragraaf 5 'Weten en meten'. Hou de leerdoelen (Learnbeat of LessonUp) bij de hand om te kijken waar jouw schematische samenvatting aan moet voldoen. 

                                
3.5 Weten en meten
opdracht

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide