Les vakdidactiek 2 Esther, Rick en Sander

Welkom bij de les Elasticiteiten met leerzamen Activiteiten
doelen van vandaag:
- Weten wat prijselasticiteit is
- kunnen herkennen of iets prijselastisch is
- de prijselasticiteit kunnen berekenen

-
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij de les Elasticiteiten met leerzamen Activiteiten
doelen van vandaag:
- Weten wat prijselasticiteit is
- kunnen herkennen of iets prijselastisch is
- de prijselasticiteit kunnen berekenen

-

Slide 1 - Slide

Deze les hoort bij:
Van Vlimmeren: economie integraal
niveau: VWO4
hoofdstuk: 2
paragraaf: 3

Slide 2 - Slide

intro

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Denk je dat mensen veel minder benzine gaan kopen nu het duurder is geworden?
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

De broodjes in de kantine veranderen van prijs. Voor een frikandelbroodje betaal je nu geen 1,20 meer maar 1,70

Slide 6 - Slide

Ga je nu minder frikandelbroodjes kopen in de kantine?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Wat is prijselasticiteit?
Prijselasticiteit zegt iets over: hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een verandering van de prijs.

Slide 8 - Slide

elasticiteit
Als het sterk reageert dan is het elastisch. Bijvoorbeeld; je verhoogt de prijs van frikandelbroodjes in de kantine met 0,50 cent naar 1,70. Gaan mensen dan iets minder kopen dan is het niet prijselastisch. Gaan mensen veel minder kopen dan is het wel prijselastisch

Slide 9 - Slide

is dit te berekenen?
jazeker!

Maar dat komt straks!

Slide 10 - Slide

Terug naar de theorie
Bij prijselasticiteit kijken we naar de percentages.

Als de prijs met bv. 5 procent stijgt en vraag daalt minder dan 5 procent dan is het niet elastisch.
Mocht de vraag met meer dan 5 procent daalt dan is het wel elastisch

Slide 11 - Slide

Er is sprake van een elastische vraag. De prijs stijgt met 2 procent... de vraag zal.......
A
met meer dan 2 % dalen
B
met minder dan 2% dalen
C
met meer dan 2% stijgen
D
met minder dan 2% stijgen

Slide 12 - Quiz

Berekening prijselasticiteit
de prijselasticiteit kun je als volgt berekenen:

procentuele verandering van de vraag delen door de procentuele verandering van de prijs.
DUS: de prijs staat onder.

Slide 13 - Slide

voor de visueel ingestelden

Slide 14 - Slide

De prijs van pannenkoeken stijgt met 10% daardoor daalt de vraag met 20%. hoe groot is de elasticiteit?
A
Ev = 2
B
Ev= -2
C
Ev= 0,5
D
Ev= -0,5

Slide 15 - Quiz

En wat zegt dat?

Slide 16 - Slide

oneindig
inelastisch tussen -1 en 0
0
medicijnen
brood
appels

Slide 17 - Drag question

heel mooi, maar wat hebben hebben we daar aan?
Als je prijs stijgt en je vraag daalt dan kan je omzet stijgen. wanneer is dit het geval?
tussen 0 en -1 is dit het geval! Want de prijs stijgt harder dan dat de vraag afneemt.
tussen -1 en oneindig neemt je omzet af omdat de vraag harder daalt dan de prijs is gestegen.

Slide 18 - Slide

voorbeeldje:
De prijs van knakworsten was 1,00. Deze wordt verhoogd naar 1,20.  Het gevolg is dat de mensen nu nog maar 10 blikken kopen in plaats van 13.
Stap 1:
Reken de procentuele verandering uit van de prijs en van de vraag

Slide 19 - Slide

N-O/O
de formule is: (nieuw - oud) / oud x100%
dus:
1,20-1,00/1,00 x100% = 20%
bij de vraag:
10-13:13 x 100% = 23%

Slide 20 - Slide

in de formule:
procentuele verandering van de vraag
________________________________________
procentuele verandering van de prijs

-23%
_____________________     =  -1,15
20%

Slide 21 - Slide


De prijs van een zakje haribo stijgt van 1,20 naar 1,40. hierdoor daalt de vraag met 15% wat is de Ev?

Slide 22 - Open question

check leerdoelen
- Weten wat prijselasticiteit is
- kunnen herkennen of iets prijselastisch is
- de prijselasticiteit kunnen berekenen

Slide 23 - Slide

Wanneer daalt je omzet?
A
Als de Ev tussen de 0 en -1 is
B
Als de Ev lager dan 0 is
C
Als de Ev boven de 0 is
D
Als de Ev lager is dan -1

Slide 24 - Quiz

Wanneer is iets prijselastisch?
A
bij 0 en groter
B
bij -1 en kleiner
C
bij precies 0
D
bij 0 tot en met -1

Slide 25 - Quiz

de prijs verandert met +5%
de vraag verandert met -11%
A
2.2
B
0,45
C
- 2.2
D
- 0.45

Slide 26 - Quiz

wat nu?
- 2 of 3 van de 3 goed? fantastisch! jij kunt nu zelf aan de slag met het huiswerk(2.16, 2.17, 2.19)
- 0 of 1 van de 3 goed?: ga door met lessonUp en doe de differentiatie

Slide 27 - Slide

wat nu te doen?
- 2 extra websites met informatie
- film met uitleg over prijselasticiteit

lees de info op de websites(8 minuten)
kijk het filmpje over prijselasticiteit(5 minuten)
ga verder met de opdrachten(2.16, 2.18, 2.19)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Slide 31 - Video