Havo H4 woordenschat: tegenstellingen

Lesdoelen
Woordenschat

Je leert wat een tegenstelling is en kan dit vinden in een zin


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Woordenschat

Je leert wat een tegenstelling is en kan dit vinden in een zin


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
- sta-zit spelletje
- zelfstandig werken 
- check-vragen

Slide 2 - Slide

Wat kan jij vertellen over....
Tegenstellingen?

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Wat kan je vertellen over
'tegenstellingen'?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

H4 Woordenschat sta/zit-spel
Zometeen komen waar/niet waar vragen

Als je denkt dat het WAAR is, ga je STAAN
Als je denkt dat het NIET waar is, blijf je ZITTEN

Slide 6 - Slide

H4 Woordenschat
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”

Waar = staan
Niet waar = zitten blijven 

Slide 7 - Slide

H4 Woordenschat
De tegenstelling van 'vergroten' is 'maximaliseren'

Waar = staan
Niet waar = zitten

Slide 8 - Slide

H4 Woordenschat
De tegenstelling van 'individueel' is 'collectief'

Waar = staan
Niet waar = zitten

Slide 9 - Slide

H4 Woordenschat
Door een tegenstelling in een zin te vinden kun je een onbekend woord raden

Waar = staan
Niet waar = zitten

Slide 10 - Slide

H4 Woordenschat
Er zijn 3 woorden waaraan je kunt zien dat er een tegenstelling in een zin wordt genoemd

Waar = staan
Niet waar = zitten

Slide 11 - Slide

Woordenschat H4

Tegenstelling: woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

Aan bepaalde woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de zin staat. Dat zijn de woorden...

  • Maar
  • Echter
  • Toch
  • Daarentegen
  • Aan de andere kant
  • Tegenover
  • Hoewel

Slide 12 - Slide

type tegenstelling

Slide 13 - Slide

H4 Woordenschat
Extra uitleg oefeningen? 

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
  • Werken aan H4 Woordenschat (pagina 114) uit je boek!
  • Maken opdracht 1 - 2 -3 
  • 10 minuten geen vragen stellen
  • Stil werken
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Je weet wat een tegenstelling is en kan dit vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll