H4 oefenen voor de toets

H4 - español
Miércoles, 13 de noviembre
1. Toetsoverzicht
2. ¿Preguntas?
3. Bingo

1 / 28
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 - español
Miércoles, 13 de noviembre
1. Toetsoverzicht
2. ¿Preguntas?
3. Bingo

Slide 1 - Slide

timer
0:00
timer
1:00
wat weten jullie nog van de vorige les.
la clase anterior

Slide 2 - Mind map

Los objetivos de hoy:
WE KIJKEN NAAR STOF VOOR PROEFWERK
VERBOS - QUERER,TENER,SER,LLAMARSE
WE KIJKEN NAAR DE VOCA INFORMACIÖN PERSONAL
WE HERHALEN LA FAMILIA
WE SPELEN BINGO

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat begrijp je niet en kan ik opnieuw uitleggen?

Slide 5 - Open question

Als ik nu een klein gesprekje zou moeten voeren en mijzelf zou moeten voorstellen dan zou ik dat goed kunnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

la madre
el hijo
el abuelo
la hermana
el nieto
la sobrina
het nichtje
de moeder
de kleinzoon
de zus
de opa
de zoon

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

El plural
Observa bien.
juego - juegos                                       móvil - móviles
palabra - palabras                               francés - franceses
frase - frases                                          canción - canciones

Instrucción
Ontdek in duo's de regels voor het vormen van het meervoud van de zelfstandige naamwoorden in het Spaans.

Slide 12 - Slide

El plural
               ¡Cuaderno de apuntes!

eindigend op klinker (a,e,i,o,u) + s
eindigend op medeklinker + es
             Accent op laatste lettergreep valt weg in het meervoud:
             estación - estaciones, holandés - holandeses
Practica en el reader!

Slide 13 - Slide

Dus:
quiero
quieres
quiere                      +      heel werkwoord
queremos
queréis
quieren

Slide 14 - Slide

QUERER + infinitivo (=heel werkwoord)
Zeggen dat je iets wilt gaan doen

 ¿Quieres ir al cine esta tarde?
Sí, quiero ir al cine
of
Quiero ir a la playa en Barcelona

Slide 15 - Slide

Wat betekent femenino? En masculino?

Slide 16 - Slide

Pronunciación
v = b --  Valencia
ll = jl  -- amarillo
j = g  -- Juan
ñ = nj  -- España
h = ..   spreek je niet uit! --hola
u = oe  --Cuba 
ch = tsj  -- Chile
ce/ ci = 'thing' - ceremonia
ca/co/cu = ka klank -- casa
que = ke - queso
qui = kie - quizás

Slide 17 - Slide

Spellen…/Deletrear
1.Estudia la página  Het Alfabet
2. Marca (markeer) las letras que te parecen difíciles.
3. Busca como deletreas tu nombre (=naam) y apellido (=achternaam) y apúntalo en tu cuaderno

Frase útiles de la clase:
Hoe schrijf je…? --> ¿Cómo se escribe…? Je schrijft het… --> Se escribe….
Hoe spel je…? --> ¿Cómo se deletrea? Je spelt het --> Se deletrea…

Slide 18 - Slide

Mi amigo

Slide 19 - Open question

La chica

Slide 20 - Open question

El hotel

Slide 21 - Open question

El libro

Slide 22 - Open question


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el director

Slide 23 - Open question


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el estudiante

Slide 24 - Open question


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el chico

Slide 25 - Open question

Yo (ser/tener) de Holanda.
Kies ser of tener, en vervoeg het ww.

Slide 26 - Open question

El hijo de mis padres es mi...
A
hermano
B
hermana
C
primo
D
sobrino

Slide 27 - Quiz

0

Slide 28 - Video