week 22 (week 8 2025) klas 2 Kapitel 9-derde naamval-hören-lesen

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Online: Kapitel 9 Einkaufen: B Wortschatz
               Aufgaben 3, 4, 5, 6 und 7
Wie?      selbstständig
Hilfe?    Die Wörterliste auf Seite 132
Zeit?     die ganze Stunde
Fertig?  leer de woorden van hoofdstuk 9 of ga lezen





1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Online: Kapitel 9 Einkaufen: B Wortschatz
               Aufgaben 3, 4, 5, 6 und 7
Wie?      selbstständig
Hilfe?    Die Wörterliste auf Seite 132
Zeit?     die ganze Stunde
Fertig?  leer de woorden van hoofdstuk 9 of ga lezen





Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Was machen wir heute?

  • derde naamval

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik uitleggen wat een naamval is
..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen
..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:

 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
das Pferd (o) wordt es
die Kinder wordt sie 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

aus
bei
mit 
nach 
seit
von 
zu
uit
bij
met
na, naar (bij plaatsen)
sinds
van
naar (bij personen)

Slide 12 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:

1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Grammatik:  Aufgabe 15, 16, 17 
Wie?   zusammen
Hilfe?  keine
Zeit?    10 Minuten
Fertig?wir werden lesen




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?

  • Hören
  • Lesen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik een eenvoudig radiofragment  begrijpen en er vragen over beantwoorden
..... kan ik een korte tekst over de gescheidenis van de supermarkt begrijpen en er vragen overbeantwoorden


Slide 26 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Hören Aufgabe 1 auf Seite 66
Wie?   zusammen
Hilfe?  keine
Zeit?    10 Minuten
Fertig?wir werden lesen




Slide 29 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Lesen Aufgabe 14: Seite 110
Wie?   zusammen
Hilfe?  keine
Zeit?    15 Minuten
Fertig? weiter mit den Sprachmittel




Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lernziele erreicht?

..... kan ik een eenvoudig radiofragment begrijpen en er vragen over beantwoorden?
..... kan ik een korte tekst over  de geschiedenis van een supermarkt begrijpen en er vragen overbeantwoorden?



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions