11-3-25

start
Pak je schrift, pen en een laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

start
Pak je schrift, pen en een laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up

Slide 1 - Slide

11-3-25

Slide 2 - Slide

schrijf de datum en de dag in letters

Slide 3 - Open question

Waar is dit?
Filipijnen
Syrië
Spanje
Marokko
Griekenland
Oekraïne
Colombia
Tokyo
Irak

Slide 4 - Poll

Dit wordt de stad van de eeuwige lente genoemd.
Waarom denk jij?

Slide 5 - Slide

inloop
spullen pakken, telefoons/vapes/smartwatches inleveren
09.00
opstart
Nederlands - grammatica 
woord benoemen
betrekkelijk voornaamwoord
09.50
Nederlands Spreken en Luisteren: groep 1
Drama: groep 2
11.00
Reken mee met Rene
11.40
Nederlands - Kijken & Luisteren & Spreken
Nieuwsbegrip
13.10
Zelfstudie
opruimen
14.00
Sport
corvee: Fallah & Ammar

Slide 6 - Slide

Nederlands grammatica
woord benoemen
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

wat zijn persoonlijk voornaamwoorden?

Slide 8 - Slide

Lucy heeft een kat. Het is ...... kat
A
zijn
B
onze
C
haar
D
mijn

Slide 9 - Quiz

Jullie dragen een jas. Het is ..... jas.
A
zijn
B
mijn
C
haar
D
jullie

Slide 10 - Quiz

Die rode auto, is die van ......?
A
zijn
B
hem
C
onze
D
het

Slide 11 - Quiz

in de quiz
bezittelijk voornaamwoorden -
ze laten zien VAN wie iets is.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Aanwijzend voornaamwoord (a vnw)













Er zijn vier aanwijzende voornaamwoorden. 
Die’ en ‘deze’ gebruik je bij de-woorden, ‘dit’ en ‘dat’ gebruik je bij het-woorden: 

Slide 14 - Slide

NIEUW!!!
Aanwijzend voornaamwoord



betrekkelijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

die -> aanwijzend en betrekkelijk voornaamwoord
Die jongen die daar loopt.

Slide 17 - Slide

reflectie
wat weet jij nu van ....
- p vnw
- bz vnw
- a vnw
- btr vnw

Slide 18 - Slide

groep 2
groep 1

Slide 19 - Slide

kijken en luisteren
doel:
ik kan de hoofdpunten uit een gesproken tekst begrijpen
ik leer woorden die te maken hebben met de lente

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

opdracht
We luisteren nog een keer.
Schrijf de belangrijkste woorden op die bij dit liedje horen. (minimaal 8)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat geeft jou een echt lentegevoel?

Slide 24 - Open question

schrijf minimaal 4 woorden op uit dit liedje die nieuw zijn voor jou

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Video

Wat geeft jou een echt lentegevoel?

Slide 27 - Open question

opdracht
Maak samen met je buur een woordenlijst van 10 woorden uit dit liedje. Schrijf de Nederlandse betekenis erbij, en de betekenis in je eigen taal
timer
1:00

Slide 28 - Slide

wat heb je geleerd?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Kijken, Luisteren & Spreken
doel:
Ik kan de hoofdpunten uit een gesproken tekst halen
Ik leer woorden die met sport te maken hebben

Slide 32 - Slide



Woordenoverzicht
de atleet                            iemand die aan de sport atletiek doet
strijden                               goed je best doen
in de wacht slepen          winnen
individueel                        alleen, zonder andere mensen
zowel ... als                         niet alleen … maar ook
ooit                                       van alle tijden
enthousiast                        blij
de ploeg                              de groep mensen die iets samen doet, zoals sporten of
                                               werken
speciaal                               bijzonder
de locatie                            de plaats, de plek

Slide 33 - Slide

Wat weet jij van atletiek? maximaal 4 woorden

Slide 34 - Open question

opdracht
Tijdens het luisteren maak je aantekeningen.
Je kan de verschillende hoofdpunten uit het nieuwsbericht geven (minimaal 3!)

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Noem de hoofdpunten

Slide 37 - Slide

waarom zijn nde Nederlandse sporters nu beter dan eerst?

Slide 38 - Open question

Waar konden kinderen zelf oefenen met atletiek?

Slide 39 - Open question

Hoe oud is atletiek?

Slide 40 - Open question

ff oefenen
herhaling van de woordjes (en andere woordjes...)
ga naar Blooket

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Slide

Zelfstudie
LIST
Rekenmeter
Taal Compleet
timer
35:00

Slide 44 - Slide

afronden
blooket
opruimen
corvee: Fallah & Ammar

daarna SPORT

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Slide