Voorbereiden toets H3 Bloedsomloop

Voorbereiden toets H3

Wat gaan we doen?

• Bespreken huiswerk  filmpje                                                       5 min
  
• Wat weet je al?                                                                                  10 min
• Waar ga jij in deze les aan werken? (jouw doelen)            5 min
• Samen of zelfstandig aan de slag                                           15 min
• Heb je je doelen behaald?                                                           10 min
  
• Afsluiting van de les                                                                        5 min

Bespreken huiswerk filmpje

Wat is geen kenmerk van een ader?

1. Een ader stroomt altijd in de richting vanaf het hart
2. Een ader heeft kleppen
3. Een ader heeft een lagere druk dan een slagader
4. Een ader bevat minder zuurstof dan een slagader

Welke letter geeft het bloedvat aan waarin de bloeddruk het hoogst is?

T6B4

c – van slagaders, aders en haarvaten: functies; onderscheid

naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of

afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed

in deze vaten

T6/B4

1. de letter P
2. de letter Q
3. de letter R
4. de letter S

Slagaders, aders en haarvaten

1. Slagaders: dunne wand Haarvaten: dikke wand
2. Slagaders: kleppen Aders: geen kleppen
3. Slagaders: hoge bloeddruk Haarvaten: afgifte stoffen
4. Aders: dunne slappe wand Haarvaten: hoge bloeddruk

Wat is waar?

1. Slagaders: wand dik, bloeddruk hoog
2. Aders: kleppen

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Hoe is je score?

De meeste vragen goed? 

Dan mag je zelfstandig aan de slag met:

* het afmaken van je structuurmap

* oefentoets H3 maken

 De meeste vragen fout?

Dan gaan we samen nog even aan de slag met  dit onderwerp.

Waar ga jij in deze les aan werken?

Zelfstandig aan de slag:

Wat ga je doen: 

Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.

Hoe?

Met behulp van je werkboek/laptop.

Hulp nodig?

Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.

Resultaat?

Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 

een vraag daarover beantwoorden.

Klaar?

Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.

Verlengde instructie 

Samen aan de slag of alleen?

Welke volgorde van de bloedstroom in het hart is goed?

1. Linkerboezoem-linkerkamer- longslagader
2. Rechterboezem-linkerboezem-linkerkamer
3. rechterboezem- rechterkamer-longslagader
4. linkerkamer-linkerboezem-aorta

Ader

Slagader

Haarvat

Dikke, stevige, elastische wand.

Bevat kleppen

Bevat (bijna) geen kleppen.

Dunne minder elastische wand.

Bloedstroom: orgaan naar hart.

Bloedstroom: hart naar orgaan.

Bloeddruk is hoog.

Bloeddruk is laag.

Liggen minder diep in het lichaam.

Liggen dieper in het lichaam.

Wand is 1 cel laag dik.

Sterk afnemende bloeddruk.

Vormen in een orgaan een netwerk.

Kleine bloedsomloop

Alle organen

Grote bloedsomloop

Hart

Longen

Heb je gedaan wat je van te voren bedacht had (jouw doelen)?

Afsluiting van de les

Heb je nog huiswerk voor een volgende x?