les 1: personages

Welkom

Ga zitten. Pak pen, papier en een markeerstift. 
           Nederlands havo 4
timer
5:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Ga zitten. Pak pen, papier en een markeerstift. 
           Nederlands havo 4
timer
5:00

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leespitch

Slide 3 - Slide

Wat is literatuur?

Denk eens terug aan je gelezen boeken; welke zijn volgens jou literatuur, welke niet?

Slide 4 - Slide

Literatuur
Verzamelnaam fictionele teksten:
Proza = verhalen  <100 blz. novelle >100 blz. roman
Poëzie = gedichten
Drama = toneel

Kunstwerk; kijk op jezelf of werkelijkheid 
veranderen

Slide 5 - Slide

Lectuur
triviaalliteratuur of genreliteratuur
Doel: amuseren

Niet origineel, voorspelbaar, simpele stijl 
en taal, geen diepere laag
eenduidig

Slide 6 - Slide

Bespreking DvG
- Motieven
- 'Tussen de regels door lezen': waarom is Ben opgenomen?             Hoezo heeft hij een psychose gehad? Hoe weet je of Tom wel   
   of niet echt is?

--> perspectief is onbetrouwbaar
--> literatuur vergt interpretatie

Slide 7 - Slide

Personages
  • Hoofdpersoon: om wie het verhaal draait, heeft een doel
  • Bijvoorbeeld: moordenaar vinden (detective), zichzelf leren kennen (psychologische roman)
  • Bijpersoon: vervult een rol: helpt (helper), werkt tegen (tegenstander) of is neutraal (afzijdige)

Slide 8 - Slide

Personages
  • Type: dit personage verandert niet en heeft enkele duidelijke karaktertrekken. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
  • Karikatuur: als het type overdreven wordt.

Slide 9 - Slide

Personages
  • Karakter: heeft verschillende ideeën en eigenschappen, reageert telkens ander of anders dan verwacht en verandert in de loop van het verhaal. Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten. Hij maakt een ontwikkeling door.

Slide 10 - Slide

Conflictmodel
  • evenwicht: stabiele situatie
  • motorisch moment: conflict ontstaat
  •  ontwikkeling: hoofdpersoon leert
  • oplossing/voorlopig nieuw evenwicht

Slide 11 - Slide

Wij zijn gek en spatten vonken

Slide 12 - Slide

Opdracht
  • Maak in tweetallen de vragen bij het gelezen verhaal. 
  • Klaar? Bedenk een aantal vragen bij de behandelde stof van middeleeuwen en renaissance + de antwoorden erbij 

Slide 13 - Slide

Antwoorden
Hoofdpersoon: ik, psychoses, weinig pit.
Doel: beter worden.
Bijpersonen: Emma: psychotisch, drugs, spits, Joris: gespierd, gitaar, weer.
Perspectief: ik, vertellend, achteraf.
Verhaallijn: ontmoeting Emma, therapie, 's nachts van bed, einde.


Slide 14 - Slide

Antwoorden
Thematiek: in hoeverre je een ander kunt helpen beter te worden. In hoeverre je beter kunt worden.
Verhaalmotieven: littekens, pijn. Verwijzen naar het thema.
Leidmotieven: sneeuw/regen. Verwijzen naar slechter worden van Emma.
Einde (open of gesloten): gesloten, want je weet dat de ik weer naar huis mag en dat Emma overlijdt.

Slide 15 - Slide