Je krijgt vijf minuten voorbereidingstijd. Daarna ga je een pitch van 1 minuut presenteren in een drietal.
In de pitch moeten de volgende elementen aan bod komen:
Wat heb je tijdens de kerstvakantie gedaan? (Noem 1 of 2 activiteiten)
Wat was bijzonder, opvallend, leuk, etc. deze vakantie?
Wat zijn jouw goede voornemens voor het komende jaar (2025)?
Hoe ga je dit voornemens/deze voornemens waarmaken?
Slide 5 - Slide
Pitch over de kerstvakantie
Werk samen in een viertal.
Pitch in één minuut hoe jouw kerstvakantie was en welke goede voornemens je hebt.
Je mag zelf kiezen of je gaat zitten of staan.
timer
1:00
Slide 6 - Slide
Literatuur
Ter voorbereiding op de komende boekopdracht(en)
Slide 7 - Slide
Literatuur
Verzamelnaam fictionele teksten:
Proza = verhalen <100 blz. novelle >100 blz. roman
Poëzie = gedichten
Drama = toneel
Kunstwerk; kijk op jezelf of werkelijkheid
veranderen
Slide 8 - Slide
Lectuur
triviaalliteratuur of genreliteratuur
Doel: amuseren
Niet origineel, voorspelbaar, simpele stijl
en taal, geen diepere laag
eenduidig
Slide 9 - Slide
Terugblik Dagen van gras
Motieven
'Tussen de regels door lezen': waarom is Ben opgenomen? / Hoezo heeft hij een psychose gehad? / Hoe weet je of Tom wel of niet echt is?
--> perspectief is onbetrouwbaar
--> literatuur vergt interpretatie
Slide 10 - Slide
Personages
hoofdpersoon / bijpersoon
type / karikatuur / karakter
Slide 11 - Slide
Personages
Hoofdpersoon: om wie het verhaal draait, heeft een doel
Bijvoorbeeld:
- moordenaar vinden (detective),
- zichzelf leren kennen (psychologische roman)
Slide 12 - Slide
Personages
Bijpersoon: vervult een rol:
- helpt (helper)
- werkt tegen (tegenstander)
- is neutraal (afzijdige)
Slide 13 - Slide
Personages
Type: dit personage verandert niet en heeft enkele duidelijke karaktertrekken. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
Karikatuur: als het type overdreven wordt.
Slide 14 - Slide
Personages
Karakter: heeft verschillende ideeën en eigenschappen, reageert telkens ander of anders dan verwacht en verandert in de loop van het verhaal. Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten. Hij maakt een ontwikkeling door.
Slide 15 - Slide
Conflictmodel
evenwicht: stabiele situatie
motorisch moment: conflict ontstaat
ontwikkeling: hoofdpersoon leert
oplossing/voorlopig nieuw evenwicht
Slide 16 - Slide
Wij zijn gek en spatten vonken
Slide 17 - Slide
Opdracht
Maak in tweetallen de vragen bij het gelezen verhaal.