Hoofdpersoon: om wie het verhaal draait, heeft een doel
Bijvoorbeeld:
- moordenaar vinden (detective),
- zichzelf leren kennen (psychologische roman)
Slide 5 - Slide
Personages
Bijpersoon: vervult een rol:
- helpt (helper)
- werkt tegen (tegenstander)
- is neutraal (afzijdige)
Slide 6 - Slide
Personages
Type: dit personage verandert niet en heeft enkele duidelijke karaktertrekken. Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
Karikatuur: als het type overdreven wordt.
Slide 7 - Slide
Personages
Karakter: heeft verschillende ideeën en eigenschappen, reageert telkens ander of anders dan verwacht en verandert in de loop van het verhaal. Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten. Hij maakt een ontwikkeling door.
Slide 8 - Slide
Conflictmodel
evenwicht: stabiele situatie
motorisch moment: conflict ontstaat
ontwikkeling: hoofdpersoon leert
oplossing/voorlopig nieuw evenwicht
Slide 9 - Slide
Wij zijn gek en spatten vonken
Slide 10 - Slide
Opdracht
Maak in tweetallen de vragen bij het gelezen verhaal.