Chapitre 1: grammaire D, passé composé

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Qu'est-ce qu'on va faire?

- MO (10 min)

- contrôler les devoirs (5 min)

- Grammaire D: passé composé (20 min)

- exercice sur le tableau (5 min)

les devoirs:

faire: ex. 16AE, 17ACDE, 19AB

apprendre: voca BE

Passé composé

grammaire D

En Néerlandais...

- Wanneer gebruik je deze tijd? Om aan te geven dat je .....

- Noem een voorbeeld in het Nederlands.

Hoe maak je de passé composé?

- vorm van "avoir" + voltooid deelwoord.

- Hoe maak je het voltooid deelwoord? 

1. pak de stam (-er). exemple: manger -> mang

2. voeg "é" toe. exemple: mangé

Ik heb gegeten = J'ai mangé

jij hebt gegeten = Tu as mangé etc. etc.

Exemple:

vorm van "avoir" + volt.dw 

voltdw = stam + é

J'ai dansé

Tu as dansé

Il/elle/on a dansé

Nous avons dansé

Vous avez dansé

Ils/elles ont dansé

Vertaling:

ik heb gedanst

jij hebt gedanst

hij/zij/men heeft gedanst

wij hebben gedanst

jullie hebben gedanst/ u heeft gedanst

zij hebben gedanst

Zinsvolgorde:

- Makkelijker dan in het Nederlands :) 

Onderwerp + alle werkwoorden bij elkaar + rest vd zin

J'ai mangé une glace = ik heb een ijsje gegeten.

Nu jullie... (5 min)

Zet de onderstaande zinnen in de passé composé

1. J'ai travaillé.

2. Claire a donné le stylo.

3. Bart et Claire ont donné les livres.

Onregelmatige ww'en

Voor de volgende werkwoorden is de passé composé onregelmatig:

1. être (zijn)

2. avoir (hebben)

3. faire (doen,maken)

	passé composé	vertaling
être	j'ai été	ik ben geweest
avoir	j'ai eu	ik heb gehad
faire	j'ai fait	ik heb gedaan/gemaakt

Exercice (5 min)

Zet de volgende zinnen in de passé composé:

1. Elle a donné la glace = 

2. j'ai fait les devoirs = 

3. Tu as été au Maroc = 

4. Nous avons eu les vacances =