Startrekenen 1F H8 Verhoudingen deel 2

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Rekenen

Verhoudingen

Je kunt een verhoudingen vergroten of verkleinen. Bij de volgende opdrachten gaan we de verhouding steeds verkleinen. Dat betekent dat we gaan delen.

8 tubes tandpasta kosten 6 euro. Hoeveel kosten 2 tubes?

6 meter stof kost 36 euro. Hoeveel kost 2 meter stof?

1 liter melk is genoeg voor 16 pannenkoeken.Hoeveel liter heb je nodig voor 8?

Pieter rent 12 rondjes in 48 minuten. Hoeveel rondjes rent hij in 8 minuten?

Maak opdracht 8 t/m 11 uit je boek.

Rekenen

Verhoudingen

Je kunt rekenproblemen niet altijd oplossen door alleen te vergroten of te verkleinen. Je moet soms eerst verkleinen en dan vergroten. Je neemt dan verschillende stappen om bij het antwoord te komen.

2 bioscoopkaartjes kosten 16 euro. Hoeveel kosten 10 kaartje?

Aantal kaarten	2		10
Aantal euro's	16		?

Je koopt 3 flessen shampoo voor 6 euro. Hoeveel kosten 5 flessen?

Een bedrijf bestelt 8 lampen voor 120 euro. Het bedrijf wil nog 5 lampen bestellen. Hoeveel moeten ze bijbetalen?

Petri heeft een kat. De kat eet in 4 weken tijd 24 zakjes kattenvoer. Petri gaat 3 weken op vakantie. Haar buurvrouw geeft de kat te eten. Hoeveel zakken moet Petri klaarleggen voor de buurvrouw?

Maak opdracht 12 t/m 16 uit je boek.