Je kunt de risicofactoren in de ontwikkeling benoemen.
Je weet wat sociale problematiek is en kunt hier een voorbeeld van geven.
Slide 2 - Slide
Problemen in de ontwikkeling
In de maatschappelijke zorg moet je bij het bepalen of de ontwikkeling van een cliënt normaal of niet-normaal verloopt, uitgaan van ‘objectieve maatstaven’. Het gaat niet om jouw persoonlijke oordeel.
Objectieve maatstaf = jouw kennis over ontwikkeling. Verloopt ontwikkeling problematisch of niet?
Slide 3 - Slide
Risicofactoren
Het kind (vroeggeboorte, beperking)
De ouders en/of het gezin (psychische problemen)
De omgeving (land, buurt, armoede)
Slide 4 - Slide
Ouders/gezin: Wie zijn de ouders? Hoe goed is hun relatie? Hoe voeden zij het kind op? Zijn zij psychisch gezond of speelt bij hen psychische problematiek?
Omgeving: Krijgt het kind wel of niet de kans om naar school te gaan? Groeit het kind op in een miljoenenstad met veel luchtvervuiling? Of in een nauwelijks bevolkt gebied op het platteland?
Slide 5 - Slide
Problemen in de ontwikkeling
Ontwikkelingsachterstand: wijkt de ontwikkeling van het kind maar weinig af van het gemiddelde en is de achterstand nog in te halen.
Ontwikkelingsstoornis: verloopt de ontwikkeling van een kind op meerdere ontwikkelingsaspecten erg afwijkend van het gemiddelde en is er sprake van een blijvende achterstand.
Slide 6 - Slide
Opdracht
Vorm een groepje. Kies één van deze onderwerpen.
Lees de theorie in Thieme. Leg het onderwerp uit aan jouw klasgenoten. Doe dit op een creatieve manier :)
Lees alle theorie die we tot nu toe besproken hebben. Maak aan de hand van de theorie een toets. De toets bestaat uit open vragen en meerkeuzevragen. Bedenk minimaal 15 vragen (+ antwoord).