Orthopedagogiek - Les 1 (Wat is orthopedagogiek + H8.1 t/m 8.5)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg leereenheid PPO
- Uitleg toetsing leereenheid PPO
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - H8.1 t/m 8.5
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg leereenheid PPO
- Uitleg toetsing leereenheid PPO
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - H8.1 t/m 8.5
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Slide

Leereenheid PPO
- orthopedagogiek in periode 2 t/m 3.5
- psychiatrie in periode 3.6 t/m eind periode 4


Afsluiting: portfolio. Van periode 2 t/m 4 mee bezig
Aanwezigheid = voorwaarde.


Boeken: methodiek, GGZ 1&2, studiewijzer, kennistoetsbank


Slide 2 - Slide

Portfolio PPO
- Eindtoets orthopedagogiek periode 1.3 (in KTB)
- Eindtoets psychiatrie periode 1.4 (in KTB)
- Portfolio opdrachten (4x)
- Per thema 1 praktijk situatie (in overleg met docent)
- Per thema 1 themaopdracht  (in overleg met docent)

Eindcijfer 
Portfolio telt 50%  + KTB psychiatrie 25% + KTB orthopedagogiek 25%

Slide 3 - Slide

Wat hoop / denk je te leren binnen het vak orthopedagogiek?

Slide 4 - Mind map

Doel van de les
  • Kunnen uitleggen: wat is orthopedagogiek?
  • verschil normale en niet-normale ontwikkeling 
  • risicofactoren kunnen benoemen
  • verschil ontwikkelingsachterstand en - stoornis
  • kunnen uitleggen wat sociale problematiek is

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Orthopedagogiek kom je overal tegen.

Noem één situatie waarin er raakvlakken zijn met orthopedagogiek.
Dit mag vanuit de PEP, BPV, privé of een andere situatie zijn.

Slide 8 - Open question

2

Slide 9 - Video

04:56
Noem 1 ding wat je goed vindt in de begeleiding. Noem 1 ding wat je anders zou doen?

Slide 10 - Open question

06:19
Zou jij het leuk vinden om te werken met deze doelgroep?
0100

Slide 11 - Poll

Normale en niet- normale ontwikkeling
  • Om te bepalen of de ontwikkeling van iemand wel of niet normaal verloopt, moet je uitgaan van de totale ontwikkeling van die persoon (leeftijd, leeftijdsgebonden gedrag per fase etc.)

  • Normaal heeft veel te maken met maatstaven en referentiekader.
    Wat de een normaal vindt, vindt de ander abnormaal.. 

  • Het milieu waar het kind opgroeit. Dat bepaalt in belangrijke mate of in zijn aanleg aanwezige mogelijkheden volledig tot ontwikkeling komen. 

Slide 12 - Slide

Risicofactoren 
 Zaken die de kans op problemen vergroten

Risicofactoren kunnen op drie gebieden liggen:
- Het kind
- De ouder(s) en/ of het gezin
- De omgeving




Naarmate er meer risicofactoren aanwezig zijn, is de kans op problemen in de opvoeding en ontwikkeling steeds groter.

Slide 13 - Slide

Omgevingsrisico
factor
Ouder- gezinsgebonden risicofactor
Kindgebonden
risicofactor
Julia wordt samen met haar 4 zusjes alleen door haar moeder opgevoed. Haar moeder heeft geen sociaal netwerk die steun kunnen bieden
De cijfers van Yaëll zijn sinds de scheiding van zijn ouders erg achteruit gegaan. 
Yinthe heeft NAH (niet aangeboren hersenletsel) door zuurstoftekort bij haar geboorte

Slide 14 - Drag question

Beschermingsfactoren 
 Zaken die de kans op problemen verminderen
Beschermingsfactoren  liggen ook op de drie gebieden:

- Het kind
- De ouder(s) en/ of het gezin
- De omgeving


Wie zijn de ouders?
Waar staat je wieg?
Kansen? 

.

Slide 15 - Slide

Achterstand of stoornis?
  • Ontwikkeling kan een beetje achterblijven. Of erg verstoord zijn. Dat maakt nogal wat uit! 

  • Achterstand: de ontwikkeling wijkt weinig af van het gemiddelde. Het is nog in te halen.

  • Stoornis: de ontwikkeling loopt (op meerdere vlakken) erg afwijkend. Er is sprake van een blijvende achterstand

Slide 16 - Slide

Betekenis "sociale problematiek" ?
A
Je bent sociaal onhandig
B
Wanneer je deze week bijvoorbeeld geen brood kan kopen.
C
Mensen zitten langdurige in een probleemsituatie die hen op een achterstand zetten
D
Verschillende groepen in de samenleving hebben conflicten met elkaar

Slide 17 - Quiz

Sociale problematiek
Ander woord: maatschappelijke problematiek . Wanneer mensen...
Zich langdurig in probleemsituaties bevinden, die hen op achterstand zetten ten opzichte van andere mensen.


Het gaat vaak over de omgevingsfactoren waarin mensen leven en kinderen opgroeien. 
Bij sommige gezinnen meerdere problemen: het stapelt zich op. Moeilijk om eruit te komen. 

Slide 18 - Slide

Zoek op internet een afbeelding waarin je
sociale problematiek herkent.

Voeg de afbeelding hieronder toe.

Slide 19 - Open question

Voorbeelden van sociale problematiek
  • Werkeloosheid
  • Verslaving
  • Huiselijk geweld
  • Slechte woonomstandigheden
  • Vereenzaming onder ouderen 
  • Corona leidt tot ....... 
  • Etc...  

Het ene probleem lokt het andere probleem uit.
Zonder hulp (gevraagd/ ongevraagd) komt een gezin er vaak niet meer uit. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Is sociale problematiek wel op te lossen? Wat denk jij?

Slide 23 - Open question

Praktijksituatie Thema 2: ‘Agnita wordt gepest’

  • Maak subgroepen van 4 personen
  • Lees de casus van Agnita
  • Geef antwoord op de vragen 1 t/m 5


  • Over 15 minuten klassikaal nabespreken

Slide 24 - Slide

Aan de slag! 
1. Lezen H8.1 t/m 8.5 (boek methodiek)

2. Digitale leeromgeving (versie herzien!)

     - Opdrachten thema 2.8: niveau 3 + 4: opdracht 1 t/m 5

3. Groepscode toevoegen binnen Thieme Meulenhoff ..........


Slide 25 - Slide