What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefenen voor SO 5.1 /5.3
Leren leren
Scheikunde
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leren leren
Scheikunde
Slide 1 - Slide
benzine + zuurstof --> water + koolstofdioxide
A
ontledingsreactie
B
verbrandingsreactie
Slide 2 - Quiz
water --> waterstof + zuurstof
A
ontledingsresactie
B
verbrandingsreactie
Slide 3 - Quiz
Hoe wordt een chemische reactie genoemd waarbij één beginstof uit elkaar wordt gehaald?
A
ontledingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
vormingsreactie
D
zuur-base reactie
Slide 4 - Quiz
Welke van de volgende reacties is een verbrandingsreactie?
A
Magnesiumoxide -> magnesium + zuurstof
B
Koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide
C
Zwavel + water + zuurstof -> zwavelzuur
D
Kaliumchloraat -> kaliumchloride + zuurstof
Slide 5 - Quiz
Voor een verbrandingsreactie zijn drie dingen nodig. Welke?
A
Hout, Diesel en Benzine
B
Zuurstof, Stikstof en Helium
C
Zuurstof, Brandstof en Temperatuur
D
Ruimte, Dichtheid en Viscositeit
Slide 6 - Quiz
Wat klopt er niet aan de reactievergelijking?
CH₄(g) + O₂ (g) --> H₂O (l) + CO₂ (g)
A
Moleculen zijn niet veranderd
B
Er zijn nieuwe atomen bij gekomen
C
Er zijn atomen verdwenen
D
Er zijn atomen bijgekomen en atomen verdwenen
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort reactie was dit?
..CH₄(g) + ..O₂(g) --> 2H₂O(l) + ..CO₂(g)
A
Ontledingsreactie
B
Vormingsreactie
C
Verbrandingsreactie
D
Geen van deze drie
Slide 8 - Quiz
..CH₄(g) + ..O₂(g) --> ..H₂O(l) + ..CO₂(g)
Maak kloppend
Slide 9 - Open question
Wat is het correcte reactieschema voor het verbranden van hout. Hierbij ontstaan as en rook.
A
hout --> as en rook
B
hout --> as + rook
C
hout + zuurstof --> as + rook
D
hout + zuurstof = as + rook
Slide 10 - Quiz
Een fijne verdeling van een vloeistof in een gas is een
A
schuim
B
nevel
C
rook
Slide 11 - Quiz
bij de volledige verbranding van een organische stof ontstaat er altijd
A
koolstof
B
witte rook
C
water
D
koolstofdioxide
Slide 12 - Quiz
Wat zijn reactieverschijnselen?
A
kleur-,geur- en smaakverandering, rook-, en gasvorming die zichtbaar worden
B
de stof verandert niet. Je ziet hoogstens rook.
Slide 13 - Quiz
Rook is een mengsel en bestaat uit
A
vaste deeltjes
B
gasdeeltjes in de lucht
C
kleine druppeltjes in de lucht
D
vaste deeltjes in een gas
Slide 14 - Quiz
Wat is geen onderdeel van de verbrandingsdriehoek?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur
D
Koolstof
Slide 15 - Quiz
welke van de onderstaande begrippen zijn verbrandingsvoorwaarden:
A
warmte
B
brandstof
C
zuurstof
D
ontbrandingstemperatuur
Slide 16 - Quiz
Wat is waar over onvolledige verbranding?
A
Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
D
Onvolledige verbranding bestaat helemaal niet
Slide 17 - Quiz
Wat is onvolledige verbranding?
Een verbranding met ........
zuurstof
A
te veel
B
te weinig
C
geen
D
lekkere
Slide 18 - Quiz
Wat voor soort reactie is dit?
2
C
6
H
1
4
+
1
3
O
2
−
−
>
1
2
C
O
+
1
4
H
2
O
A
volledige Verbranding
B
Ontleding
C
Thermolyse
D
Onvolledige verbranding
Slide 19 - Quiz
Bij een volledige verbranding ontstaat roet.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Welke producten ontstaan er bij de volledige verbranding van:
C
2
H
5
O
2
N
A
C
O
,
H
2
O
,
N
O
2
B
C
O
,
H
O
,
N
O
2
C
C
O
2
,
H
O
,
N
O
2
D
C
O
2
,
H
2
O
,
N
2
Slide 21 - Quiz
Er is een vlam in de pan. Wat kun je dan het beste doen?
A
Met water blussen.
B
Een blusdeken op de pan leggen.
C
Met een poederblusser blussen.
Slide 22 - Quiz
Bij een volledige verbranding ontstaat roet.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
Welk van de volgende uitspraken is/zijn niet waar
A
bij een volledige verbranding is de vlam oranje/ geel
B
een ander woord voor koolstofmonoxide = kolendamp
C
koolstofmonoxide en roet zijn beide brandbare stoffen
D
koolstofdioxide is een zwaar en giftig gas
Slide 24 - Quiz
Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?
.
.
.
.
P
(
s
)
+
.
.
.
.
C
l
2
→
.
.
.
.
P
C
l
5
A
1/2/5
B
2/5/2
C
2/2/5
D
1/5/2
Slide 25 - Quiz
Maak de volgende reactie vergelijking kloppend. Wat is de ontbrekende coëfficiënt?
2
C
2
H
6
+
?
O
2
⟶
4
C
O
2
+
6
H
2
O
A
7
B
14
C
8
D
3.5
Slide 26 - Quiz
Maak de volgende reactie vergelijking kloppend. Wat is de ontbrekende coëfficiënt?
C
6
H
1
4
O
+
?
O
2
⟶
6
C
O
2
+
7
H
2
O
A
12
B
9
C
18
D
19
Slide 27 - Quiz
Maak nu voor jezelf een samenvatting van paragraaf 1 tm 3.
Slide 28 - Slide
Bij de reactie tussen chroom en chloor ontstaat chroomchloride (CrCl3(s)). Geef de reactievergelijking en maak kloppend.
Slide 29 - Open question
Als je NatriumChloride ontleedt, ontstaat er Natrium en Chloor. Geef de kloppende reactievergelijking.
Slide 30 - Open question
More lessons like this
4.3 + 5.2
July 2024
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
2.4 Verbrandingsreacties
October 2024
- Lesson with
38 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2.4 Verbrandingsreacties
29 days ago
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
5.2 Reactievergelijkingen opstellen
14 days ago
- Lesson with
23 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
November 2024
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Extra oefenen reactievergelijkingen
November 2024
- Lesson with
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2.2 Reactievergelijkingen
October 2024
- Lesson with
26 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§5 Van reactieschema naar reactievergelijking
December 2017
- Lesson with
20 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3