10.4 Vetten

10.2 Vetten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10.2 Vetten

Slide 1 - Slide

DOEL van vandaag

Slide 2 - Slide

Vet in lichaam
  • vetten in voedsel naar vet- en levercellen
  • als energiebuffer of omgezet in vetzuren en glycerol (hydrolyse)
  • vetzuren en glycerol naar plek waar energie nodig is
  • verbranding

  • vetzuren die lichaam niet zelf kan maken = essentiële vetzuren (onverzadigde vetzuren!) 

Slide 3 - Slide

Oliën en vetten
  • Zijn esters van glycerol (propaan-1,2,3-triol) en een vetzuur
  • Olie is vloeibaar bij kamertemperatuur
  • Vet is vast bij kamertemperatuur
  • Tri-glyceriden: er zijn drie esterbindingen

Slide 4 - Slide

Vetzuren

Slide 5 - Slide

Verkorte notatie vetzuren 
volledige notatie vetzuren 
binas T67G2
stearinezuur
palmitinezuur
Notatie: CnH2n+1COOH

Slide 6 - Slide

De 'kapstok' van het vet is glycerol
Wat is de systematische naam van glycerol?

Slide 7 - Slide

Bij ieder vet is dit hetzelfde.
Deze lange rijen zijn anders zodat je verschillende soorten vetten en oliën krijgt.

Slide 8 - Slide

 Vetten zijn drievoudige esters

Slide 9 - Slide

Vetten
De vorming van een vet is dus een condensatiereactie! Er wordt (net als bij het vormen van een ester) water afgesplitst.

Slide 10 - Slide

Belangrijk 
  • condensatiereacties (het vormen van ester- of pepetidebinding)
  • hydrolyse (het afbreken van ester-  of peptidebinding)

Slide 11 - Slide

Vetten en oliën
Vetten:   vast bij kamertemperatuur
                  verzadigd (enkele bindingen tussen de C-atomen)

Oliën:      vloeibaar bij kamertemperatuur
                  onverzadigd (ook dubbele bindingen tussen C- 
                  atomen)
Leg uit hoe dit kan? 






Hint
Leg uit op microstructuur. 

Slide 12 - Slide

Vetten en olien
Verschil: vet is vast en olie vloeibaar bij kamertemperatuur
Hoe komt dat?
Verzadigd --> hard
Onverzadigd --> vloeibaar
stapelen is moeilijker

Margarine -> onverzadigd -> toch vast, hoe dan? 

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
-De hele Paragraaf 10.2 leren,
maak opdrachten 12, 15 en 17

Slide 14 - Slide