Ontstaan van genotype = meteen na de bevruchting van een eicel door een zaadcel.
Slide 5 - Slide
Celdeling
Jouw hele lichaam is ooit begonnen bij één enkele bevruchte eicel.
Door celdeling ontstaan uit de bevruchte eicel ontstaan er meer dochtercellen.
Die dochtercellen zijn steeds kopieën van de bevruchte eicel.
De informatie erf je van je ouders; 50% van je moeder, 50 % van je vader.
Slide 6 - Slide
genotype
Het DNA in je chromosomen bevat informatie over duizenden eigenschappen. Voor elke eigenschap zijn een paar stukje DNA nodig. De stukjes DNA die samen de informatie bevatten voor één eigenschap, vormen een gen.
Het DNA in één lichaamscel, bevat alle erfelijke informatie. Deze complete informatie noem je het genotype.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Je genotype zijn je erfelijke eigenschappen,
maar je fenotype kan door invloeden uit het milieu veranderen (leefstijl en
omgeving).
Slide 9 - Slide
Chromosomen in paren
Elke lichaamscel van de mens heeft 46 chromosomen.
Elke lichaamscel van de mens heeft 23 paren
met telkens 2 chromosomen.
Slide 10 - Slide
Geslachtschromosomen
De lichamelijke geslachtskenmerken worden bepaald door de geslachtschromosomen.
Vrouw = XX
Man = XY
Slide 11 - Slide
(Intersekse)
Persoon met XY-chromosomen --> Vrouwelijke fenotype
Persoon met XX-chromosomen --> Mannelijke fenotype
Baby met beide geslachtskenmerken of geslachtkenmerk van 1 sekse maar mix van mannelijke en vrouwelijke chromosomen en/of hormonen.
Slide 12 - Slide
Geslachtscellen (eicellen en zaadcellen)
Door een speciale deling, komt steeds de helft van de chromosomen in een geslachtscel. Welke is steeds toeval.
Slide 13 - Slide
Vragen?
Slide 14 - Slide
Aan de slag met huiswerk
Maak online van thema 5, van 5,1; opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 9
maak online van thema 5, van 5.2; opdracht 1 t/m 4
Zodra je punt voor PW thema 4 in magister staat, minimaal een 4,5 is en je wilt een herkansing, kom dan komende dinsdag naar een Invest-uur.
Slide 15 - Slide
4-cijferige code
DNA
Slide 16 - Slide
<. gen .>
Slide 17 - Slide
Chromosomen/DNA
Elke celkern van elke lichaamscel bevat 46 chromosomen.
Deze chromosomen liggen als dunne draden in de celkern.