WOORDEN plus OPDRACHTEN Kennismaken - rose - dag 6

Thema 2 Kennismaken: dag 6

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 2 Kennismaken: dag 6

Slide 1 - Slide

leren
  • zorgen dat je iets weet of kunt
  • kennis opdoen
  • werkwoord
  • ik leer - wij leren
  •  zin: We leren Nederlands.
  • zin: Hij leert fietsen.

Slide 2 - Slide

leuk
  • goed, mooi, graag, fijn
  • zin: Zij luistert naar muziek, want zij  vindt dat leuk.
  • zin: Wat heb je een leuke jas aan! 

Slide 3 - Slide

lezen
  • letters, woorden en zinnen zien en begrijpen
  • werkwoord
  • ik lees - wij lezen
  • zin: Ik lees iedere ochtend de krant.
  • zin: Hij leest in het boek. 

Slide 4 - Slide

het lid
  • iemand die bij een club, groep of organisatie is
  • het lid - de leden
  • zin: Haar zoon is lid van een voetbalclub.
  • zin: Hij is lid van de bibliotheek. 

Slide 5 - Slide

het lokaal
  • de ruimte in een school/in een gebouw
  • het lokaal -  de lokalen
  • zin: Klas 2G heeft les in lokaal 118.

Slide 6 - Slide

mooi
  • prettig om te zien of te horen 
  • synoniem: aantrekkelijk, keurig
  • heel mooi: prachtig!
  • antoniem: lelijk
  • zin: Wat een mooie muziek!
  • zin: Het is mooi weer. 

Slide 7 - Slide

de muur
  • synoniem: de wand
  • een wand van steen
  • de muur - de muren
  • zin: Het schilderij hangt aan de muur. 
  • zin: De muren in ons lokaal zijn wit.

Slide 8 - Slide

Leren
betekent ....................

A
iets nieuws kunnen en weten.
B
kennis ophalen.
C

Slide 9 - Quiz

Wat wil jij graag leren?

Slide 10 - Open question

Ik leer - jij leert - hij leert - zij leert -
wij leren - jullie leren - zij leren
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Een ander woord voor 'leuk':
A
goed
B
graag
C
mooi
D
fijn

Slide 12 - Quiz

Is het woord 'lueke' goed geschreven?
"Ik heb lueke vrienden"
A
nee
B
ja

Slide 13 - Quiz

Goed of fout:
Ik leest een boek
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Lezen betekent ................
A
een gesprek voeren
B
luisteren
C
spreken
D
woorden zien en begrijpen

Slide 15 - Quiz

het lid

geen lid
bibliotheek 
sportclub

muziek-
band
Jumbo
het potlood
de trein

Slide 16 - Drag question

De leden van de band maken muziek.
De jongen is lid van de voetbalclub.


A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Waar vind je een lokaal?
A
in de gymzaal
B
bij je familie
C
in de school
D
in je huis

Slide 18 - Quiz

Wat staat er in een lokaal?

Slide 19 - Open question

Waar lees je de betekenis van
mooi?
A
Wat een lelijke broek is dat!
B
Ik vind het prachtige muziek.
C
Dit eten is heel lekker.
D
De leerling gedraagt zich slecht in de klas.

Slide 20 - Quiz

De broek is .............
Het is een mooie broek.


A
moet
B
school
C
kin
D
mooi

Slide 21 - Quiz

het raam
het dak
het plafond
de muur

Slide 22 - Drag question

Een ander woord voor:
de muur
A
het plafond
B
de wand
C
het raam
D
de vloer

Slide 23 - Quiz