4K T6 Transport bs 1-4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Rode bloedcel

Witte bloedcel

Bloedplaatje

Samenstelling van het bloed

1. plasma
2. water
3. opgeloste stoffen 
   

Samenstelling van het bloed

1. plasma-eiwitten 7%
2. water 91 %
3. opgeloste stoffen 2 %
4. bloedplaatjes
5. witte bloedcellen
6. rode bloedcellen
   

• Water met plasma eiwitten en opgeloste stoffen. 
  
• Vervoert: Zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en enzymen, antistoffen, geneesmiddelen.

• Ronde schijfjes zonder kern 
• Ontstaan uit stamcellen in de rode beenmerg
• Bevatten hemoglobine. Bij bloedarmoede bevat het bloed weinig hemoglobine.

• Functie is het vervoeren van zuurstof  

Rode bloedcellen

• . 
  

• Cellen met celkern en hebben geen vaste vorm.
• Maken ziekteverwerkers onschadelijk. 
• Etter: dode witte bloedcellen en gedode bacteriën.
• Leukemie: Vorm van kanker waar teveel witte bloedcellen en worden gevormd. 

Witte bloedcel

• Zijn stukjes van andere cellen die kapot zijn. 
• Hebben GEEN celkern. 
• Zorgen voor de bloedstolling. 

Bloedplaatjes

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Dubbele bloedsomloop

video

Kleine bloedsomloop =

Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop =

Hart - hele lichaam - hart

longen 

De kleine en grote bloedsomloop vervoeren o.a.
zuurstof en koolstofdioxide.
Welke uitspraak is waar?

1. Kleine bloedsomloop vooral zuurstofrijkbloed
2. Grote bloedsomloop vooral zuurstofarmbloed
3. Kleine & grote bloedsomloop zowel zuurstofrijk als -arm
4. Overal zit evenveel zuurstof in het bloed

Kleine bloedsomloop

= longen

Alleen de longen 

• Van rechterkamer naar de longen 
• Van longen naar de linkerboezem
• Functie: zuurstof opnemen in het bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.  

Grote bloedsomloop

= lichaam

Het hele lichaam, behalve de longen 

• Van linkerkamer naar het lichaam 
• Van lichaam naar de rechterboezem 
• Functie: Zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

0

Boezems 

• Ontvangen het bloed 
• Rechterboezem vanuit het lichaam 
• Linkerboezem vanuit de longen 

 

Kamers 

• Pompen het bloed het hart uit 

 

• Linkerkamer naar het lichaam 
• Rechterkamer naar de longen 

 

• Linkerkamer heeft een dikkere wand 
• Linkerkamer is groter 

Kransslagaders 

• Aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier. 
• Aftakking van de aorta. 

 

Kransaders 

• Afvoer van koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartspier. 
• Komt rechtstreeks in de rechterboezem uit. 

Harttussenwand 

• Scheiding tussen linker- en rechterhelft. 

 

Hartkleppen 

• Kleppen tussen boezem en kamer. 

 

Halvemaanvormige kleppen 

• Kleppen tussen   kamer en slagader. 

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Slagaders:

Hierdoor stroomt bloed vanuit het hart

   

Slagaders bevatten

VEEL zuurstof &

WEINIG koolstofdioxide

Uitzondering = longslagader

   

Hebben een dikke en stevige wand

Aders:

Hierdoor stroom bloed  

naar het hart toe 

 

Aders bevatten                  WEINIG zuurstof &

VEEL koolstofdioxide 

Uitzondering = longader 

 

Hebben een dunne wand

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Hoge bloeddruk

• Komt vaker voor
• Veroorzaakt meestal geen klachten
• Bloedvaten en organen kunnen beschadigen

Lage bloeddruk

• Komt weinig voor
• Veroorzaakt meestal geen klachten
• Soms duizeligheid of vermoeidheid

Thema 6 Transport

Basisstof 1 Bloed

Basisstof 2 De bloedsomloop

Basisstof 3 Het hart

Basisstof 4 De bloedvaten

Basisstof 5 Hart- en vaatziekten

Basisstof 6 Weefselvloeistof en lymfe

Hart- en vaatziekten 

• lymfevattenAfwijkingen in de bloeddruk ( hoge en lage bloeddruk).
• Slagaderverkalking: vernauwing van de bloedvaten door hoge cholesterol gehalte in het bloed.
• Hartinfarct (hartaanval): Een deel van de hartspier krijgt geen zuurstof en voedingstoffen meer. 

Hart- en vaatziekten

Hartritme stoornissen: langdurige verstoringen van het normale hart ritme. 

Je kan hart- en vaatziekten voorkomen door een gezonde leefstijl. 

Weefselvloeistof 

Vocht die naar buiten wordt geperst onder invloed van de bloeddruk. 

Bevat zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide en afvalstoffen.

Functie is het voeren van zuurstof naar de cellen en het afvoeren van koolstofdioxide en andere afvalstoffen.