evolutie 5H 19 sept 2022

Start
Even uitzoeken hoe het werkt: je aanmelden in de klas 5H (zodat je alle lessonups kunt terugkijken, hartstikke handig)

We zijn 'klaar' met erfelijkheid, maar blijven vaak opgaven herhalen.
En we starten nu met: EVOLUTIE
Daar doen we maar 2 weken over trouwens.... ;)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Start
Even uitzoeken hoe het werkt: je aanmelden in de klas 5H (zodat je alle lessonups kunt terugkijken, hartstikke handig)

We zijn 'klaar' met erfelijkheid, maar blijven vaak opgaven herhalen.
En we starten nu met: EVOLUTIE
Daar doen we maar 2 weken over trouwens.... ;)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is volgens jou een fossiel?
(gewoon even over nadenken)

Slide 5 - Slide

Waar of niet? Fossielen vind je alleen maar onder water
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Waardoor zijn er weinig fossielen van kruidachtige planten (zoals paardenbloemen)?

Slide 9 - Open question

Relatieve ouderdomsbepaling
  • gebruik van gidsfossielen
  • van gidsfossielen is de ouderdom bekend
  • wordt een gidsfossiel gevonden, dan is de aardlaag (en/of andere onbekende fossielen) minstens even oud
  • alleen soorten die  (relatief!!) kort hebben geleefd, op meerdere plekken op aarde
  • de trilobiet, leefde 512-250 miljoen jaar geleden, in zee (dus op veel plekken)

Slide 10 - Slide

Absolute ouderdomsbepaling
  • Echte leeftijd bepalen m.b.v. radioactieve isotopen
  • Isotopen zijn verschillende vormen van een element met ieder een eigen atoommassa 
  • Koolstof: 12C - isotoop (stabiel) en 14C - isotoop (radioactief)

Slide 11 - Slide

Relatieve vs. absolute ouderdomsbepaling
Relatief: schatting m.b.v. gidsfossielen in aardlagen --> kort op aarde hebben geleefd (bron 4 blz 55)
Absoluut: verhouding van c14/c12 meten in fossiel--> bron 6 op blz 57


Slide 12 - Slide

Opdracht 10 (gebruik bron 5 en 6): Radioactief koolstof heeft een halveringstijd van 5730 jaar. Welke tijdperken zijn met behulp van radioactief koolstof te dateren?
A
alleen het kwartair
B
alleen het kwartair en het tertiair
C
vanaf het kwartair tot aan het krijt
D
vanaf het kwartair tot aan het carboon

Slide 13 - Quiz

Nog even ter afsluiting:
Een beetje herhaling van erfelijkheid!

Als je liever verder werkt aan evolutie, is dat ook goed, maar dan in absolute stilte!

Slide 14 - Slide

Uit de resultaten van één bepaalde
kruising is met zekerheid af te leiden,
dat het gen voor korte haren
dominant is. Welke kruising is dit?
A
kruising 1 x 2
B
kruising 3 x 4
C
kruising 5 x 6

Slide 15 - Quiz

Vraag over koppeling
Bij pronkerwten zijn bloemkleur en stuifmeelvorm gekoppeld. B staat voor een paarse bloemkleur die dominant is over rode bloemen (b).
Bij stuifmeelkorrels komen voor: langwerpige stuifmeelkorrels (A) en ronde stuifmeelkorrels (a).
Een paarsbloemige plant met langwerpige stuifmeelkorrels, die voor beide eigenschappen heterozygoot is, wordt gekruist met een plant met rode bloemen en ronde stuifmeelkorrels.
Hoeveel procent van de nakomelingen is paars en rond?


Slide 16 - Slide

Bij pronkerwten zijn bloemkleur en stuifmeelvorm gekoppeld. B staat voor een paarse bloemkleur die dominant is over rode bloemen (b).
Bij stuifmeelkorrels komen voor: langwerpige stuifmeelkorrels (A) en ronde stuifmeelkorrels (a).

Een paarsbloemige plant met langwerpige stuifmeelkorrels, die voor beide eigenschappen heterozygoot is, wordt gekruist met een plant met rode bloemen en ronde stuifmeelkorrels.

Hoeveel procent van de nakomelingen is paars en rond?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Video