Even oefenen - 't ex-fokschaap
1. de ik vorm van dromen = ..... 5. de ik-vorm van rijden = .....
2. de tt van dromen = hij ........ 6. de tt van rijden = hij .........
3. de vt van dromen = zij ........ 7. de vt van rijden = zij .........
4. de vt van dromen = wij ........ 8. de vt van rijden = wij ........
Hoe weet je dat? LEG UIT. Hoe weet je dat? LEG UIT.