P2_10_debat_3_verweerbeurt

Debatteren (3)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Debatteren (3)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Weet je wat een verweerbeurt inhoudt
  • Weet je hoe je een sterk argument maakt met AUB

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhalen theorie vorige les
  • Theorie debat - verweerbeurt
  • Theorie sterke argumenten formuleren
  • Aan de slag

Slide 3 - Slide

Welke taken heeft de eerste spreker in een debat bij de opzetbeurt?

Slide 4 - Open question

Opzetbeurt voorstanders
Taken
Uitleg
inleiding
pakkende opening
wat is het probleem? (ernst/grootte)
definitie stelling
stelling uitleggen: wat bedoel je precies ermee?
oplossing
wat is het plan? (wie, wat, waar, hoe?)
waarom is dit het beste plan?
eigen argumenten
kort benoemen
slot
samenvatten + uitsmijter

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opzetbeurt tegenstanders
Taken
Uitleg
inleiding
pakkende opening
probleem: waarom wel/niet?
oplossing afkeuren + argumenten weerleggen
waarom werkt het plan wel/niet?
wat zijn eventuele nadelen?
eigen argumenten
kort benoemen
slot
samenvatten + uitsmijter

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Parlementair debat
uitleg rollen tijdens het parlementair debat

Slide 9 - Slide

Parlementair debat
  • twee groepen van drie: voor- en tegenstanders
  • opzetbeurt voorstanders (2-3 minuten)
  • opzetbeurt tegenstanders (2-3 minuten)
  • verweerbeurt voorstanders (2-3 minuten)
  • verweerbeurt tegenstanders (2-3 minuten)
  • slotbeurt tegenstanders (1,5-2 minuten)
  • slotbeurt voorstanders (1,5-2 minuten)

Slide 10 - Slide

Verweerbeurt voorstanders
Taken
Uitleg
inleiding
pakkende opening

(definitie stelling)
stelling verduidelijken: kort herhalen
weerleggen
argumenten tegenpartij weerleggen
eigen argumenten
uitgebreid toelichten
slot
samenvatten + uitsmijter

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Verweerbeurt tegenstanders
Taken
Uitleg
inleiding
pakkende opening
weerleggen
argumenten voorstanders weerleggen
eigen argumenten
uitgebreid toelichten
slot
samenvatten + uitsmijter

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Herhaling theorie vorige lessen
Goede argumenten bedenken

Slide 15 - Slide

Goede argumenten (2)
Stel jezelf drie vragen:
  1. Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat erg?
  2. Wat zijn de voordelen of nadelen?
  3. Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed of slecht voor die mensen?

Slide 16 - Slide

Maar, hoe formuleer je zo'n goed argument?

Slide 17 - Slide

Sterke argumenten (1)
  • A: argument noemen

  • U: uitleggen argument

  • B: bijvoorbeeld -> voorbeeld

Slide 18 - Slide

Sterke argumenten (1)
  • A: argument noemen

  • U: uitleggen argument
    1. Leg uit waarom het zo is
    2. Leg uit waarom dit goed/slecht is


  • B: bijvoorbeeld -> voorbeeld
Mijn argument is dat...
want/omdat..
Dit is goed/slecht, want...
Stel je voor... OF
Het is onderzocht dat...

Slide 19 - Slide

Sterke argumenten (2)
Leerlingen moeten een schooluniform aan.

  • A: argument

‘Mijn argument is dat het dragen van schooluniformen ervoor zorgt dat er minder gepest wordt.’

Slide 20 - Slide

Sterke argumenten (2)
Leerlingen moeten een schooluniform aan.
  • A: argument
  • U: uitleggen


1. Vaak wordt iemand gepest, omdat hij er anders uitziet. Met een schooluniform ziet iedereen er hetzelfde uit en daarom valt die reden om te pesten weg.
2. Dat is goed, want pesten heeft grote en nare gevolgen.

Slide 21 - Slide

Sterke argumenten (2)
Leerlingen moeten een schooluniform aan.
  • A: argument
  • U: uitleggen
  • B: bijvoorbeeld
‘Stel je voor dat iemand heel ongelukkig is omdat hij vanwege zijn kleding gepest wordt. Als diegene een schooluniform zou dragen, wordt hij niet meer gepest. Dan wordt hij weer gelukkig’.

Slide 22 - Slide

Nu zelf aan de slag in tweetallen
Noteer je antwoorden op je iPad/Macbook

Slide 23 - Slide

Opdracht 1
LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

  • Bedenk een argument vóór de stelling (in één zin)
A

Slide 24 - Slide

Opdracht 2
LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

  • Leg je argument uit
    1. Leg uit waarom het zo is
    2. Leg uit waarom dit goed/slecht is
U

Slide 25 - Slide

Opdracht 3
LEERLINGEN DIE GEMIDDELD EEN 7 STAAN, MOETEN VRIJSTELLING VAN LESSEN KUNNEN KRIJGEN.

  • Verzin bij je argument een voorbeeld vóór de stelling. Bedenk een voorbeeld dat het argument duidelijker maakt. 
B

Slide 26 - Slide