This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Spreekvaardigheid
Debat met AUB model
Slide 1 - Slide
Eens of oneens?
Nee. Debat is aan veel meer regels gebonden.
A
Debat en discussie zijn hetzelfde.
Bij allebei ga je uit van een stelling
B
Een stelling moet zo kort mogelijk zijn.
Stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen.
C
Een stelling is altijd geformuleerd als een vraag.
D
Tijdens een discussie mag je elkaar in de rede vallen.
Slide 2 - Slide
Vandaag
Wat is het verschil tussen een debat en een discussie?
Hoe kun je je argumenten voorzien van uitleg en voorbeeld?
Wat is een opzetbeurt?
Wat doe de voor- en tegenstander?
Filmpje met daarin een volledig debat. We kunnen alleen naar de inleidende beurt (opzetbeurt).
Slide 3 - Slide
Kennen-Structuur debat/hoe argumenteren?
Kunnen-Hoe verzin je goede argumenten
Slide 4 - Slide
Ondersteunen het standpunt (redenen)
Onderbouw je met een subargument (voorbeelden)
Tussen een standpunt en argument of tussen argument en subargument kun je altijd WANT zetten.
Denk na of het argument WAAR is.
De Apenheul is leuk, want er zijn veel verschillende soorten dieren.
voorbeeld nodig over diersoorten.
De Apenheul is leuk, want het ligt bij Apeldoorn.
is een standpunt zonder uitleg.
Argumenten
Voorbeelden
Slide 5 - Slide
Noem je argument (A)
Uitleg van argument (U)
Bijvoorbeeld.... (B)
Stelling: schooluniform moet verplicht zijn
A=Schooluniform zorgt dat er minder gepest wordt.
U=Iedereen ziet er hetzelfde uit. Gaat niet om dure merkkleding
B=Pesten moet uit de wereld. Merkkleding kan tot pesten leiden en pesten kan kinderen hun hele leven blijven achtervolgen.
Wat wordt bedoeld met AUB model?
Slide 6 - Slide
Stelling 1 - Tijdens de zomervakantie moeten mogelijke zittenblijvers naar school zodat ze naar het volgende leerjaar kunnen.
Stelling 2 - Leerlingen die voor een vak gemiddeld een 7 staan, moeten voor dat vak vrijstelling krijgen.
Stelling 3 - Talentenjachten op tv moeten verboden worden voor kinderen onder de 16 jaar.
Oefen met AUB model-kies-geef argumenten
Slide 7 - Slide
Een stelling bestaat het liefst uit 1 zin.
Een stelling is nooit een vraag.
Je moet het eens of oneens kunnen zijn met een stelling.
In een stelling staat geen ontkenning (woordjes als NIET of GEEN)
Zelf een stelling maken
Slide 8 - Slide
Opzetbeurt voorstanders:
aandachtstrekker 1 minuut
Geachte jury,wij zijn voor de stelling....
twee argumenten noemen, gelabeld
uitleg stelling en welk probleem bevat de stelling
De argumenten die wij hebben, zullen wij nu verduidelijken.
Noem elk argument en geef uitleg volgens AUB model
De oplossing voor het probleem is volgens ons...
Slot
Kortom, wij zijn voor....omdat (geef nu samenvatting van je argumenten)
Conclusie en slotzin
Bedank jury en publiek voor de aandacht
Opzetbeurt tegenstanders:
Geachte jury, wij zijn tegen de stelling...
Daarvoor hebben wij de volgende argumenten....
1 tegenargument naar voorstanders toe
2 argumenten om de stelling als tegenstander te ondersteunen 1 minuut
Wij zijn het niet eens met het argument....van de voorstanders omdat...
Bovendien hebben wij nog twee argumenten..
Noem elk argument en geef uitleg volgens AUB model
De oplossing voor het probleem is volgens ons...
Slot zelfde als bij voorstanders alleen met je eigen argumenten samengevat en conclusie
Slide 9 - Slide
De inleidende beurt van het debat. Voor- en tegenstander leiden het debat in.
Is gebonden aan tijd. Ieder drie minuten.
In een debat laat je elkaar uitpraten, je mag elkaar niet in de reden vallen.
Uitvoering: Er worden wekelijks gedurende één les drie opzetbeurten gehouden. Drie personen worden als jury aangesteld. De jury let op goede argumentatie. Rest van de klas let op presentatie.
Wat is een opzetbeurt?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Loten stellingen
Namen
Stellingen
Slide 13 - Slide
1) Op een e-bike moet je verplicht een helm gaan dragen.
2) Social media hebben een slechte invloed op jongeren.
3) Met oud en nieuw moet elke stad een eigen vuurwerkshow hebben.
4) Het organiseren van Paarse vrijdag is nutteloos.
5) De Olympische Spelen moeten voortaan altijd in Griekenland gehouden worden.
6) De overheid moet het behalen van je rijbewijs betalen als je tot je 18e niet drinkt.
7) De zomertijd moet worden afgeschaft.
Slide 14 - Slide
8) Docenten Nederlands moeten wekelijks een uur voorlezen.
9) Leerlingen moeten voortaan hun telefoon de hele dag in hun kluisje leggen.
10) Een uur bewegen per dag moet standaard onderdeel uitmaken van het lesprogramma op school.
11) Er mogen alleen nog kunstkerstbomen worden verkocht.
12) Op basisscholen moet het verboden worden cijfers te geven.
13) Ouders mogen hun kind volgen met een tracker.
14) Schoolkantines moeten geheel vegetarisch zijn.