What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefentoets paragraaf 13.4 machtsmiddelen van vakbonden
Een samenleving waarin enkele lagen te onderscheiden zijn op sociaal gebied.
Groep mensen die in de samenleving ongeveer dezelfde positie inneemt.
Een rij beroepen, waarbij bovenaan de beroepen staan die hoog worden gewaardeerd en onderaan de
beroepen die het minst worden gewaardeerd.
Aanzien
Sociaal geslaagd
Sociale klasse
Maatschappelijke ladder
Status
1 / 30
next
Slide 1:
Drag question
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een samenleving waarin enkele lagen te onderscheiden zijn op sociaal gebied.
Groep mensen die in de samenleving ongeveer dezelfde positie inneemt.
Een rij beroepen, waarbij bovenaan de beroepen staan die hoog worden gewaardeerd en onderaan de
beroepen die het minst worden gewaardeerd.
Aanzien
Sociaal geslaagd
Sociale klasse
Maatschappelijke ladder
Status
Slide 1 - Drag question
Een maatschappij waarbij je in een bepaalde kaste (sociale klasse) wordt geboren en waar je niet meer uitkomt.
Het stijgen van de ene naar de andere klasse.
Het ervoor zorgen dat je door middel van een opleiding hogerop komt in de samenleving.
Het benadrukken of overdrijven van verschillen tussen mensen in de maatschappij door de overheid, organisaties en alle mensen.
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder.
Kastenmaatschappij
Sociale
mobiliteit
Positieverwerving
Positietoewijzing
Verticale sociale
mobiliteit
Slide 2 - Drag question
Als de lonen stijgen, gaan de uitkeringen ook omhoog.
Het ervoor zorgen dat je door middel van een opleiding hogerop komt in de samenleving.
Als de lonen stijgen, hoeven de uitkeringen niet mee omhoog te gaan.
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder.
koppeling van lonen en uitkeringen
Positieverwerving
Ontkoppeling van lonen en uitkeringen
Verticale sociale
mobiliteit
Slide 3 - Drag question
Rijke landen in de Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Landen in Oost-Europa en de ontwikkelde communistische landen in Oost-Azië.
Armste landen die vooral op het zuidelijk halfrond liggen.
Gezinnen die generaties lang in een niet te doorbreken cirkel van grote armoede en achterstand gevangen zitten.
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
Eerste wereld
Tweede wereld
Derde wereld
Kansarmen
Chartes
Slide 4 - Drag question
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
Belangen die voor jou als individu gelden.
Belangen die voor iedereen gelden.
Groepen die langs allerlei wegen druk proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
Charters
Individuele belangen
Collectieve belangen
Pressiegroepen
Slide 5 - Drag question
Groepen burgers die zich een bepaalde tijd inzetten voor een in (hun ogen) goede zaak.
Belangen die voor jou als individu gelden.
Belangen die voor iedereen gelden.
Groepen die langs allerlei wegen druk proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
Actiegroepen
Individuele belangen
Collectieve belangen
Pressiegroepen
Slide 6 - Drag question
Organisatie die de belangen van bepaalde groepen mensen vertegenwoordigt en behartigt.
Werkgevers- en werknemersorganisaties.
Belangenorganisatie van werknemers in een bedrijfstak of met een bepaald beroep.
Organisatie die het beleid van de aangesloten vakbonden in samenhang brengt.
Collectieve arbeidsovereenkomst; afspraken tussen werkgevers en werknemers over hoe de arbeid wordt verricht.
Algemeen verbindende verklaring (overheidsregel die bepaalt dat een cao geldt voor alle werknemers in de bedrijfstak).
Belangenorganisatie
Sociale partners
Vakbond
Vakcentrale
Cao
AVV
Slide 7 - Drag question
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Prikacties
Stiptheidsacties
Bedrijfsbezetting
Staking
Lobbyen
Slide 8 - Drag question
prikacties
A
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
B
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
C
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
D
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Slide 9 - Quiz
stiptheidsacties
A
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
B
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
C
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken
D
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Slide 10 - Quiz
bedrijfsbezetting
A
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
B
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
C
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
D
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Slide 11 - Quiz
Lobbyen
A
Contact leWerk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt. ggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
B
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
C
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
D
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Slide 12 - Quiz
staking
A
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
B
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
C
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
D
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Slide 13 - Quiz
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Prikacties
Stiptheidsacties
Bedrijfsbezetting
Staking
Lobbyen
Slide 14 - Drag question
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
A
lobbyen
B
prikacties
C
stiptheidsacties
D
bedrijfsbezetting
Slide 15 - Quiz
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
A
bedrijfsbezetting
B
lobbyen
C
staking
D
stiptheidsacties
Slide 16 - Quiz
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
A
staking
B
prikacties
C
bedrijfsbezetting
D
lobbyen
Slide 17 - Quiz
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
A
stiptheidsacties
B
lobbyen
C
staking
D
prikacties
Slide 18 - Quiz
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
A
staking
B
prikacties
C
stiptheidsacties
D
bedrijfsbezetting
Slide 19 - Quiz
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Prikacties
Stiptheidsacties
Bedrijfsbezetting
Staking
Lobbyen
Slide 20 - Drag question
Demonstraties kunnen door de overheid verboden worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Boycotacties zijn om zoveel mogelijk producten van het bedrijf te kopen.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Een mogelijke actiemiddel van een vakbond kan ook een handtekeningenactie zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quiz
Een staking is toegestaan als er steeds onderhandelingen zijn die vastlopen en het steeds geen resultaat oplevert.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Het is goed dat de gevolgen van een staking buitensporigheid opleveren.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Prikacties
Stiptheidsacties
Bedrijfsbezetting
Staking
Lobbyen
Slide 26 - Drag question
Een staking is meestal van korte duur, na enige tijd worden de onderhandelingen weer voortgezet.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Na de onderhandelingen tussen werknemer en werkgever, wordt er meestal een tussenoplossing gezocht.
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
A
bedrijfsbezetting
B
lobbyen
C
staking
D
stiptheidsacties
Slide 29 - Quiz
prikacties
A
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
B
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
C
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
D
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Paragraaf 13.4 machtsmiddelen van vakbonden
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
oefentoets paragraaf 13.5 Nederlands poldermodel
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Oefentoets paragraaf 14.2 De politieke hoofdstromingen en arm en rijk
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
Paragraaf 14.1 van nachtwakerstaat naar participatiestaat
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Oefentoets paragraaf 14.1 van nachtwakerstaat naar participatiestaat
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
oefentoets paragraaf 14.3 De overheid en sociale ongelijkheid in Nederland
February 2021
- Lesson with
27 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 14.2 De politieke hoofdstromingen en arm en rijk
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 14.3 De overheid en sociale ongelijkheid in Nederland
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3