V4 Grieks bespreking fabel astroloog

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

r. 2: Hoe kun je afleiden uit de vorm van de persoonsvorm van deze zin dat de man een gewoonte had?

r. 4 ἐχων. wat is de het mooiste voegwoord voor dit participium

1. terwijl
2. omdat
3. nadat
4. hoewel

r. 5. αὐτου. Naar wie verwijst dit en welke grammaticale constructie is een argument daarvoor?

r. 7-8. Wat zou het antwoord zijn op deze vraag

1. ja, die zie ik niet
2. nee, die zie ik wel

r 9. τις. Is dit dezelfde τις als in regel 6? Leg uit waarom wel/niet

r. 10 ἀλαζευονται. Wat wordt er inhoudelijk mee bedoeld denk je?

τα κοινα r. 10. Noteer een voorbeeld uit de fabel van een τα κοινα.

r. 10 παραδοξως . Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Is hier sprake van een schijnbare tegenstelling? Leg uit waarom wel/niet

Welke vorm is χρησαιτο r. 9

1. 3e ev aor. indicativus med.
2. 3e ev imperf. indicativus actief
3. 3e ev. aor. optativus med.
4. 3e ev. imperf. indicativus med.

Hoe vertaal je χρησαιτο mooi/netjes?

Wat zou een ander goed moraal zijn voor deze fabel?