BO 3.5-2 Bedrijfseconomie: Rente, onderhoud, verzekering
Vorige les:
Technische en economische levensduur
Afschrijvingskosten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 3
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vorige les:
Technische en economische levensduur
Afschrijvingskosten
Slide 1 - Slide
Loonbedrijf Prima koopt een nieuwe trekker van €110.000,= De levensduur is 8 jaar De verwachte restwaarde is €16.500,= (15%) Bereken de afschrijvingskosten per jaar
Slide 2 - Open question
Loonbedrijf Prima koopt een nieuwe trekker van €110.000,= De levensduur is 8 jaar, de trekker draait gemiddeld 1200 uur per jaar. De verwachte restwaarde is €16.500,= (15%) Bereken de afschrijvingskosten per draaiuur (afronden op 2 decimalen)
Slide 3 - Open question
Rentekosten
Het geld waarmee een machine aangekocht wordt, moet meestal geleend worden bij een bank. Dat kost geld -> RENTE
Deze rentekosten moet het bedrijf terugverdienen en daarom moet je het meenemen in je tarief.
Slide 4 - Slide
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Je wilt de rente niet jaarlijks opnieuw berekenen, dat is niet efficiënt. Daarom bereken je de rente over de gehele economische levensduur van de machine.
Slide 5 - Slide
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (GGV)
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen =
(aanschafwaarde + restwaarde)/2
Rente = GGI*rente%
Slide 6 - Slide
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (GGV)
Voorbeeld: je hebt een machine die €100.000,=gekost heeft.
De restwaarde na 10 jaar is €20.000.
Het rentepercentage is 5%.
Wat zijn de jaarlijks rentekosten?
GGI= (100.000,= + 20.000,=)/2=€60.000,=
Rente - 60.000*5% = €3.000,=
Slide 7 - Slide
Je hebt een machine gekocht waarvan de volgende gegevens bekend zijn. Bereken hiervoor de rentekosten per jaar. Aanschafwaarde €140.000,= Restwaarde €40.000,= Levensduur 10 jaar Rentepercentage 5%
A
€2.500,=
B
€5.400,=
C
€5.000,=
D
€4.500,=
Slide 8 - Quiz
Je hebt een machine gekocht waarvan de volgende gegevens bekend zijn. Bereken hiervoor de rentekosten per jaar. Aanschafwaarde €120.000,= Restwaarde €35.000,= Economische levensduur 8 jaar Rentepercentage 5%
A
€3875.=
B
€750,=
C
€968.75
D
€1.500,=
Slide 9 - Quiz
Onderhoudskosten
Als je werkt met machines hoort onderhoud daarbij.
Er zijn twee soorten onderhoudskosten:
1. Eigen reparatie: arbeid en klein onderhoudsmateriaal
2. Reparatie door derden: de dealer stuurt een factuur van de onderhoudskosten