5. Begeleid inoefenen / uitleg opdracht
Opdracht:
Je schrijft een fictietekst.
Van minimaal 300 woorden. In Word.
Je zorgt dat de volgende zaken duidelijk in het verhaal zitten.
- Sfeer en setting
- Perspectief (hij of zij)
- 4 tijdsprongen: twee flashbacks en twee tijdsprongen vooruit in het verhaal.
Het onderwerp is vrij, maar houd het wel netjes: geen krachttermen, pestgedrag en /of smerige taal. (Als je dat in je verhaal verwerkt, dan heb je automatisch een 1.)
Zet je naam en klas onder aan de tekst.
Stuur door naar je docent Nederlands
Er wordt gekeken naar spelling en interpunctie, dus let daarop.
Spelling: 10 punten
Sfeer / setting 20 punten
Perspectief 20 punten
Tijdsprongen 20 punten (5 punten per sprong)