Les 14 - Blok 2 Fictie: verhaalsoorten en leeservaring

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Herhaling blok 1 Fictie
- Uitleg blok 2 Fictie
- Zelfstandig werken/verlengde instructie 
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ weet je welk verhaalsoort bij jouw boek hoort

✓ kan je je leeservaring beschrijven 

Slide 3 - Slide

Fictie/non-fictie
Fictie = zelfverzonnen verhalen 
- Kunnen realistisch zijn (zou in het echt kunnen gebeuren)
- Kunnen ook onrealistische verhalen zijn (fantasie)


Non-fictie = daadwerkelijk gebeurde verhalen
- Zijn waargebeurd (bijvoorbeeld: verhaal van Nouri / leven van Monica Geuze)

Slide 4 - Slide

Realismelijn
  • Als je iets heel realistisch vind, dan plaats je het aan het begin van  de realismelijn. 
  • Als je iets helemaal niet realistisch vind, plaats je het aan het eind van de realismelijn.

Heel erg realistisch                                                                     Helemaal niet realistisch
     |---------------------------------|-------------------------------------------|
                                              een beetje realistisch

Slide 5 - Slide

Figuurlijk taalgebruik

Slide 6 - Slide

Verhaalsoort - realistisch
Detective: een speurder probeert erachter te komen wie een moord heeft gepleegd of waarom hij dat gedaan heeft.


- Thriller: een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon bedreigd wordt, meestal door een misdadiger.


- Ontwikkelingsverhaal: een verhaal dat laat zien hoe iemand niet langer kind is, maar volwassen wordt.

Slide 7 - Slide

Verhaalsoort - niet realistisch
- Sciencefiction: speelt zich meestal af in de toekomst of in de ruimte en gaat vaak over ruimtevaart of nieuwe techniek.


- Fantasy: verhalen met fantasiewezens in een fantasiewereld.


- Dystopie-verhaal: een utopie is een heel mooie, ideale wereld. Het tegenovergestelde is een dystopie: een wereld die verpest is door rampen of door slechte leiders. Een dystopieverhaal speelt zich af in zo’n wereld, meestal in de toekomst.

Slide 8 - Slide

Beoordelingswoorden
Leeservaring
Realistisch 
Boodschap of levensopvatting
Spannend - saai
Realistisch - onrealistisch 
Goed - slecht 
Begrijpelijk - onbegrijpelijk
Geloofwaardig - ongeloofwaardig
Sociaal - asociaal 
Laat me meeleven - zegt me niets 
Overtuigend - niet overtuigend 
Keur ik af - keur ik goed
Apart - gewoon
Levensecht - bedacht 
Lomp - beleefd
Geheimzinnig - helder
Herkenbaar - niet herkenbaar 
Een goed voorbeeld - Een slecht voorbeeld
Ontroerend - doet me niets
Ongelofelijk - kan het voorstellen
Belangrijk - onbelangrijk 

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
H1/2 Fictie
Bepaal voor je boek of het 
- fictie/non-fictie iOS
- realistisch of niet-realistisch is
- waargebeurd is
- welke figuurlijke taalgebruiken je leest in je boek
- leeservaring
- verhaalsoort
Hoe
Laptop
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
10 minuten
Klaar?
Nakijken
timer
15:00

Slide 10 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
weet je wat fictie inhoudt

weet je waarom het belangrijk is om je leessmaak te kennen

weet je wanneer een boek realistisch, niet realistisch of waargebeurd is

weet je wat figuurlijk taalgebruik is

Slide 11 - Slide