Wat zorgt ervoor dat een Na-kanaal of K-kanaal open gaat?
A
Er bindt een molecuul aan.
B
Dat hangt af van het potentiaal over het membraan.
C
Met behulp van ATP.
Slide 19 - Quiz
openen en sluiten van kanalen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke uitspraak is juist?
UITSPRAAK 1: Neurotransmitters zorgen er voor dat een actiepotentiaal wordt doorgegeven tussen zenuwcellen, spieren en klieren. UITSPRAAK 2: Neurotransmitters binden zich aan Na-kanalen, waardoor die open gaan. Zo wordt het signaal doorgegeven.
A
uitspraak 1
B
uitspraak 2
C
geen van beide
D
allebei
Slide 22 - Quiz
Geef deze les beoordeling.
A
Onvoldoende!
B
Voldoende.
C
Goed.
D
Zeer goed!
Slide 23 - Quiz
Leg je beoordeling uit: Wat vond je goed? Wat kan er beter?