T&G samenvatting (les 8 t/m 11)

• Trainen en Gezondheid
• MBO
• Studiejaar 1

Trainen en gezondheid

Trainen en gezondheid

Periode 2

Les 6

Huiswerk

Inhoud

• Herhaling voor de toets
• Toets

Hersenen

Grote hersenen

• verantwoordelijke voor alle bewuste bewegingen

Kleine hersenen

• zorgen voor coordinatie van allerlei gelijktijdige werking van spieren en organen

Hersenstam

Ruggenmerg

Hersenstam

• zorgt voor veel processen, zoals bloeddruk, temperatuur

Ruggenmerg

• schakels tussen hersenen en spieren/organen

Neuromusculair

       Een coordinatie tussen zenuwstelsel, zintuigen en spieren

Dit wordt beter naarmate een beweging vaker terugkeert en geoefend wordt

Perifere Zenuwstelsel

Vervoerders van 'prikkels' van zintuigen naar het CZS en van het CZS naar de spieren en organen

1. houding
2. tactiel
3. evenwicht
4. visueel
5. akoestisch

Autonome Zenuwstelsel

Sympatisch

ACTIE

Gaspedaal

Parasympatisch

RUST

Rempedaal

Wat doet het parasympatisch systeem?

1. Zorgt dat het lichaam in actie kan komen
2. Zorgt dat het lichaam afkoelt
3. Zorgt dat het lichaam weer tot rust komt
4. Zorgt voor de boodschappen

Homeostase

Het hormoonstelsel komt pas in actie als de homeostase wordt verstoord:

• Balans in een organisme

VB: onze lichaamstemperatuur moet op peil gehouden worden, onze vochtbalans is belangrijk, etc.

Klieren

                                    Exocrien         en          Endocrien

Wat zijn hormonen?

1. Electrische signalen
2. Chemische boodschappers
3. Chemische brandstoffen
4. Electrische stroomstoten

Wat doen exocriene klieren?

1. Deze geven hun stoffen af aan de bloedbaan
2. Deze geven hun stoffen af aan het zenuwstelsel
3. Deze geven hun stoffen af aan een lichaamsholte
4. Alle antwoorden zijn fout

Waar wordt adrenaline geproduceerd?

1. Hypofyse
2. Schildklier
3. Bijnieren
4. Testikels

Voeding

Koolhydraten

Worden ook wel suikers genoemd

40-70% van de dagelijkse brandstof komt uit koolhydraten

Vetten

Vetverbranding levert het lichaam energie, maar dit is  niet efficient

De vetopslag is een noodvoorraad aan energie

Vet is ook nodig voor de opbouw van celwanden en voor isolatie

Eiwitten

Zorgen voor herstel van beschadigde cellen:

opbouw van spieren en spiermassa

Vitamines en mineralen

Zorgen voor een goed verloop van lichaamsprocessen:

groei

herstel

weerstand

Zitten in voeding, maar ook in potjes

Water

Transportmiddel voor voeding en afvalstoffen

Reguleert warmte

Zorgt dat alle cellen goed kunnen functioneren

Goede koolhydraten zitten in:

1. Hamburgers, vlees, vis, eieren
2. Groente, fruit, aardappelen, pasta
3. Vlees, vis, eieren
4. Water, fris, snoepjes, snacks

Vetten zijn belangrijk omdat:

1. Ze belangrijke bouwstoffen zijn
2. Omdat 40 - 70% van de dagelijkse inname daar vandaan komt
3. Ze celwanden opbouwen en nodig zijn voor isolatie
4. Ze zorgen dat allerlei lichaamsprocessen beter lopen

Eiwitten zijn belangrijk omdat:

1. Ze belangrijke bouwstoffen zijn
2. Omdat 40 - 70% van de dagelijkse inname daar vandaan komt
3. Ze celwanden opbouwen en nodig zijn voor isolatie
4. Ze zorgen dat allerlei lichaamsprocessen beter lopen

CLUKS

Bewegingseigenschappen:

1. Coordinatie
2. Lenigheid
3. Uithoudingsvermogen
4. Kracht
5. Snelheid

Coordinatie

Het vermogen om bewegingen economisch en nauwkeurig uit te kunnen voeren.

Dit doe je op grond van een nauwe samenwerking tussen CZS, zintuigen en spieren

Evenwicht

Erg belangrijk bij het goed kunnen coordineren van bewegingen!

Doe je ogen maar eens dicht en probeer dan op te staan

Wat zou een negatieve invloed kunnen hebben op je coördinatie?

1. Veroudering
2. Hoogtevrees
3. Watervrees
4. alle antwoorden zijn juist

Lenigheid

Veel sporters trainen de bewegingseigenschap lenigheid om hun sportprestatie te verbeteren

Sporters met een geringe lenigheid hebben meer kans op blessures:

Hypomobiel

Hypermobiel

Uithoudingsvermogen

Het vermogen van een sporter om weerstand te bieden aan psychische en fysieke vermoeidheid bij aanhoudende belasting

en/of

Snel kunnen herstellen na dergelijke belastingen

Kracht

De vaardigheid van het zenuw -en spierstelsel (neuromusculair) om uitwendige weerstanden te overwinnen, tegen te werken en/of vast te houden.

'Kampioen word je onder de halter'

Snelheid

Snelheid is een bewegingseigenschap die steeds gekoppeld is aan andere bewegingseigenschappen. 

Een beweging snel uitvoeren vraagt om coordinatie van alle betrokken spieren! Kracht is een belangrijke voorwaarde voor snelheid.

Marathon

Gewichtheffen

200 meter atletiek

Voetballen (middenveld)

Worstelen

Discuswerpen

Wildwaterkano

Cranium

Pelvis

Scapula

Humerus

Colomna Vertebralis

Patella

Tibia

Femur

Ulna

Radius

Costa

Calcaneus

Os Sacrum

Os Ischium

Os Ilium

Os Pubis

Extensie

Flexie

Retroflexie

Abductie / retroflexie

Achillespees

Quadriceps Femoris

Hamstrings

Soleus

Gastrocnemius

Biceps Brachii

Triceps Brachii

Brachialis

Brachioradialis

Toets

Zorg voor een goed werkende laptop!

• Updates draaien kost tijd
• Geen oplaadsnoer, jammer
• LessonUp nodig voor de toets

Geen laptop = geen toets

Toets

1. Open vragen: over alle stof
2. Sleepvragen: botten, spieren, bewegingen, hart, bloedsomloop, hormonen, zenuwstelsel
3. Multiple Choice vragen: 4 keuzes

Leereenheid 4:

Hart

Bloedsomloop

Spijsvertering

Zenuwstelsel

Hormoonstelsel

Voeding

Leereenheid 1:

CLUKS

Oefentoets

https://tinyurl.com/y8td2959 

En nu?