gesprekken voeren

1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

noem 5 items hoe je een gesprek kan starten en op gang kan houden

Slide 3 - Open question

start met hallo....
ben enthousiast
stel een persoonlijke vraag
vindt de gemeenschappelijke deler
geef een compliment
vraag om een mening
maak oogcontact
ben echt aanwezig
onthoudt naam, plaats, dier, gebeurtenis......

Slide 4 - Video

This item has no instructions

wat betekenende volgende begrippen bij gesprekstechnieken : OMA; NIVEAU; DIK ANNA

Slide 5 - Open question

OMA= niet oordelen, geen mening hebben, geen advies geven
NIVEAU: niet invullen voor een ander
DIK: denk in kwaliteiten
ANNA: altijd navragen, geen aannames 
lesdoelen
de student kent de belangrijkste uitgangspunten, regels voor de verschillende gesprekken
tweegesprek
helpend gesprek
informatief gesprek
probleemoplossend  gesprek
slechtnieuws gesprek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 7 - Video

This item has no instructions

00:20
een ander vakwoord voor kindertaal:

Slide 8 - Open question

in Jip en Janneke taal
01:06
welk inzicht heeft de huisarts van de opgenomen consulten gekregen?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

01:40
wat heeft haar geholpen om de vraag te stellen tav kunt u mij in Jip en Janneke taal uitleggen wat u bedoelt?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

03:16
welke acties neemt de huisarts om te zorgen dat zijn advies goed wordt opgevolgd door de cliënt?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

een informatief gesprek
de ene persoon geeft feitelijke informatie aan de andere.
  thema's: 
 - zelfredzaamheid - welzijn - gezondheid - opvoeding - financiën - uitleg ziektebeeld - uitleg medicijngebruik - uitleg onderzoek................... 
Denk even aan jouw huidige werkplek....welke voorbeelden komen in je op?

 doelen: - verzamelen van relevante informatie - gedragsverandering - aan het denken zetten - oplossingen aanreiken en vragen beantwoorden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

helpend gesprek
Helpend gesprek voer je als een zorgvrager of diens naaste(mantelzorger) een probleem heeft en daarover met jou wil praten
 aandachtspunten :er zijn, openheid en empathie en interesse tonen, tijd nemen, GEEN adviezen geven 
vermijd valse geruststellingen, niet betuttelen, actief luisteren

verloop van een gesprek  ;zorgvrager heeft een actieve rol 
doel is dat de zorgvrager ZELF tot allerlei ideeën komt 
 3 fasen: inleiding, verkenning,  afsluiting

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

probleemoplossend gesprek
 Hierbij staan de praktische problemen op de voorgrond, en natuurlijk heeft elk probleem ook een emotionele kant
 fases -*probleem helder krijgen
 -*  opstellen van bijbehorende doelen 
 -*  bedenken van acties/oplossingen
 - * selecteren van acties/oplossingen
aandachtspunten 
Laat de zorgvrager zelf verantwoordelijk zijn voor de oplossingen van zijn probleem.
 Zoek niet te snel naar oplossingen ,speel de vraag terug .
Wees waakzaam of de zorgvrager er wel aan toe is om het probleem op te lossen, non verbaal kan hij iets anders laten zien. (zorgvrager is zelf verantwoordelijk voor de oplossing )

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

slechtnieuws gesprek
op : inhoudsniveau
Het probleem is [...]
De feiten zijn [...]
Uit evaluaties blijkt dat [...]
Ik heb besloten om [...]
op betrekkingsniveau
Ik zie dat je schrikt.
Mijn mededeling maakt je boos, merk ik.
Vertel eens wat er door je heen gaat.
Je hebt er geen woorden voor.
fase van dit gesprek
1: meedelen van het slechte nieuws
2: stilte: laten binnen komen van je boodschap bij de ander( opvang van reactries)
3. ondersteuning bieden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

nu oefenen in de verschillende gesprekken in 3-tallen. Zorgvrager, zorgverlener en observator.
informatief gesprek
Zorgverlener
Vandaag ontvang jij mevrouw Janssen. Mevrouw Janssen heeft onlangs een heupoperatie gehad en start volgende week met revalideren binnen Sevagram. Jij verzorgt een eerste officieel informatie gesprek over wat er gaat gebeuren.
Info: Tijdens het informatiegesprek. Geef je mevrouw Janssen informatie over het gaat gebeuren wanneer ze gaan revalideren bij Sevagram.
Zorgvrager
Mevrouw Janssen, 75 jaar heeft een heupoperatie ondergaan. Ze is ontslagen uit het ziekenhuis en gaat vanaf volgende week revalideren. Sevagram zal haar begeleiden in het opnieuw gebruiken van haar nieuwe heup. In dit gesprek krijgt ze informatie over hoe alles zal verlopen.


slechtnieuws gesprek
Zorgverlener
Jij bent een verpleegkundige op een afdeling met mensen die een ernstige verstandelijke beperking hebben. Jij bent de vaste verpleegkundig van Frits.
Frits krijgt twee keer in de maand bezoek van bezoekouder: tante Lie. Dit bekent er veel voor hem. Helaas heb jij vanmorgen een telefoontje van de zoon van de bezoekouder dat tante Lie is overleden. Jij hebt de taak als vaste begeleider om Frits dit verdrietige nieuws te vertellen.

Je bent Frits en heb een ernstige verstandelijk beperking. Je bent 20 jaar oud, maar het niveau van een 6 jarige. Alles moet hierdoor makkelijk worden uitgelegd anders besprek je het niet.
Je kijkt altijd heel erg uit naar de bezoekjes van Taalie (tante Lie)


helpend gesprek
Zorgverlener
Mevrouw de Vries heeft moeite met het steunverband en haalt de zwachtel telkens van haar been af. Dit is echter niet de bedoeling aangezien haar doorbloeding slecht is door trombose.
Probeer in het gesprek Mevrouw de Vries te helpen met haar probleem. Maar maak ook duidelijk waarom ze het steunverband moet omhouden.

Zorgvrager
Jij bent Mevrouw de Vries. Je hebt een trombosebeen en wordt wekelijks door de thuiszorg ingezwachteld. Het steunverband zit je telkens te strak waardoor het pijn doet. Binnen een uur is de pijn niet te verdragen en haal je de zwachtel er af. Thuiszorg komt vandaag met jou hierover praten.


probleem gesprek
oplopend ziekte verzuim van een je collega, Margriet.
je hebt als teamoudste  een gesprek ingepland om met Margriet stil te staan bij haar oplopend ziekteverzuim.

achtergrond informatie voor Margriet: Margriet heeft 2 kinderen( Sam van 1 jaar en Loes van 3 jaar) beide kinderen zijn vaak ziek en kunnen dan niet naar kinderdagverblijf gaan. Margriet haar ouders en schoonouders wonen in het westen van het land en hierop kan ze niet terugvallen. Ze woont wel in een woonwijk ,waar meerdere ouders met jonge kinderen wonen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

tot hier 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

tips bij kennismakingsgesprek
Maak een goede eerste indruk. Sta direct op zodra je naar binnen wordt geroepen. 
Wees respectvol. 
Let op je lichaamstaal. 
Wees je positieve zelf. 
Antwoord eerlijk op vragen. 
Benadruk je vaardigheden en prestaties. 
Antwoord kort maar krachtig. 
Spreek niet negatief over je vorige stage

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

welke onderdelen bespreek je in een introductiegesprek?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

items voor in een introductiegesprek
introductiefase, planningsfase
thema fase: verwachtingen: beschrijf hierin welke verwachtingen je hebt van o.a. je begeleiders;
verwachtingen voor de komende stage/werk periode
afspraken: inwerkperiode/werktijden
werkbegeleiding
planning van de BPV-gesprekken
planning en uitvoering van de oefenopdrachten 
afspraken tav je leerdoelen
afspraken tav je bewijsstukken
afspraken tav werken met competent
HOE en WANNEER ga ik aan de gemaakte afspraken / nieuwe leerdoelen werken?
Welke hulp heb ik daarbij nodig?
Wie ga ik om ondersteuning vragen?
slotfase: Hoe vond ik dat het BPV-gesprek is verlopen?.
Wat vond ik van mijn aandeel hierin?





  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag! 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

geef een tip en een top
over deze les

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

groepsgesprek/teamgesprek

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

doel van een teamgesprek
de nadruk ligt op het zoeken van oplossingen voor problemen of om problemen te voorkomen.
proces---> bevordering van communicatie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

verloop van het groepsgesprek
effectief--> gespreksleider
agenda &planning

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Taken voorzitter

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

fase in een groepsgesprek 
voorbereiding
het gesprek zelf
vervolg
agenda en de benodigende stukken
voorzitter--> doel binnen de gestelde tijd behalen, a
alle deelnemers aanbod komen, naar elkaar geluisterd wordt.
evaluatie: proces  en product

is er een vevolg nodig?
voor wie?
in welke vorm?
op welk termijn?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

aandachtspunten
gebrek aan belangstelling
besluiteloosheid
verborgen agenda's
conflicten onderling

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

doel van een discussie
informatief
oriënterend
besluitvormend

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

verloop van een discussie
vrije discussie (ontstaat spontaan, vaak een chaotisch verloop)
gebonden discussie=vergadering(deze wordt geleid)
voorzittr,notulist en deelnemers

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

besluiten nemen
eenmansbesluit
meerderheidsbesluit
democratisch besluit
besluit met recht op veto
unaniem besluit
compromis

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

aandachtspunten 
houd de discussie tijd in de gaten
bereid je goed voor
noteer wat je zelf wilt inbrengen
houd je bij het onderwerp
luister naar elkaar
spreek zelf niet te lang

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Discussie voeren is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een groepsgesprek.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Bij een unaniem besluit is de meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen beslissend.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions