PA 1 H3 - bijvoeglijke nw/ frases clave

1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bienvenidos/ welkom...
• Jassen uit
• Mobiele telefoon in de tas
• Tas op de grond
• Boeken op tafel
• Inloggen op lesson-up 

timer
3:00

Slide 3 - Slide

Hoy/ vandaag...
- huiswerk controle
- terugblik op werkwoord Tener (hebben)
- bijvoeglijke naamwoord in het Spaans 

Leerdoel:
Ik kan vertellen hoe mijn huis is

Slide 4 - Slide

Cuántos años tiene tu madre of padre (hoe oud is jouw moeder/vader)

Slide 5 - Open question

Cuántos hermanos tienes? (hoeveel broers en/of zussen heb je?)

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijke naamwoord (adjetivo)

Slide 8 - Slide

TB p. 32 
De vorm van de bijvoeglijke nw hangt af (bijna) altijd van het zelfs nw. 

Un chico alto
Una chica alta

Un alumno inteligente
una alumna inteligente





Slide 9 - Slide

Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
Los ojos ..... (marron)
A
marronas
B
marrones
C
marrons

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
los comedores .... (grande)
A
grandos
B
grande
C
grandes

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
los niños ..... (simpático)
A
simpáticos
B
simpátics
C
simpática

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
el cuarto de invitado .... (bonito)
A
bonito
B
bonitos
C
bonita

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
el vestido .... (rosa)
A
rosa
B
rosas

Slide 14 - Quiz

Hacer/ maken...
WB: p. 62 opdr. 2A
p. 64 opdr. 4A
p. 78 opdr. 26B

GEBERUIK JE WOORDENSCHATLIJST op p. 85 
timer
7:00

Slide 15 - Slide

Vertel in 1 zin iets over jouw huis.
- gebruik je woordenschatlijst op p. 85

Begin je zinnen met: Mi casa es .... (mijn huis is)/ Mi cuarto es .... (mijn kamer is), OF tengo una casa .... (ik heb een .... huis)


Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link