1. Je gaat in stilte jouw antwoorden van de vorige lesopdrachten nakijken. (De antwoorden liggen vooraan) Ben je klaar? Dan maak je de nieuwe lesopdrachten en/of opdracht 3 en 4 van het lesboek.
* Heb je deze niet bij je, dan maak je opdracht 3 en 4 van je lesboek en/of de nieuwe lesopdrachten (H4 woordsoorten).
2. Je doet mee met het bespreken van de lesopdrachten van de vorige les.